Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van klager
5.Het standpunt van de notaris
6.De beoordeling
II. Inboedelmet de zinsnede “
in de bespreking van mevrouw [X] op 2 mei 2012 kwam naar voren dat er inboedel naar de veiling was gegaan en dat partijen onderling van mening verschilden over spullen van emotionele waarde.”, wordt gedoeld op de veiling die in januari 2012 reeds had plaatsgevonden. Er zijn onvoldoende aanwijzingen om tot de conclusie te kunnen komen dat de door [B] en [A] gegeven opdracht tot veiling van de resterende inboedel van erflaatster in de gesprekken op 18 april 2012 en 2 mei 2012 aan de orde is gekomen. Ook anderszins is niet gebleken dat de notaris en [X] van die veiling op de hoogte waren. De notaris kan daarom niet worden verweten dat hij klager hierover niet heeft geïnformeerd. De notaris heeft onweersproken aangevoerd dat hij aan alle erfgenamen op