3.1.1.Partijen zijn met elkaar getrouwd op 26 juni 2007. Inmiddels zijn zij verwikkeld in een echtscheidingsprocedure, die is ingeleid met een verzoekschrift van [geïntimeerde] bij de rechtbank Amsterdam. Partijen hebben twee kinderen, [X] en [Y], die ten tijde van het wijzen van het bestreden vonnis zes en vier jaar oud waren. Er hebben drie zittingen plaatsgevonden in het kader van voorlopige voorzieningen over de invulling van de zorg- en contactregeling en over de door [appellant] aan [geïntimeerde] en de kinderen te betalen alimentatie.
3.1.2.In de periode van juni 2013 tot en met januari 2014 is in diverse weekbladen, te weten de Story, de Weekend, de Party en De Telegraaf Privé, aandacht besteed aan de echtscheidingsperikelen van partijen, waarbij [appellant] sprekend is opgevoerd. Ook (in interviews) op websites (bijvoorbeeld van RTL4 en ‘De bekende Buren’) heeft [appellant] zich uitgelaten over [geïntimeerde] en de echtscheidingsperikelen. In De Telegraaf Privé van 6 juni 2013 staat onder meer:
‘Het is oorlog in huize [appellant]. [appellant](hof: [appellant])
en zijn vrouw [geïntimeerde](hof: [geïntimeerde])
zijn in een heftige vechtscheiding beland. De twee staan dan ook recht tegenover elkaar bij de rechtbank, waar inmiddels een zitting heeft plaatsgevonden.
[geïntimeerde] eist 12.000 euro alimentatie per maand en volgens [appellant] wil zijn vrouw ervoor zorgen dat hij zijn twee kids maar één keer in de twee weken, onder toezicht van jeugdzorg, mag zien.
[appellant] die zijn vrouw beschuldigt van ontvoering, is als de dood dat hij zijn kinderen kwijtraakt.’
Een van de artikelen in de Story bevat de volgende passage:
‘Onmachtig
‘Mijn kinderen hebben een tekening gemaakt waar boven staat: Papa mag niet meer schreeuwen. Ze kunnen nog niet eens schrijven, maar daar staat die zin dus wel. En op die tekening staat een gezicht met een grote mond. Dat is helemaal geen tekening van mijn kindjes. Ik weet hoe ze tekenen, ik heb honderden tekeningen van hen. Het is vreselijk, vreselijk!’’
In een ander artikel van de Story staat:
‘‘(…) ik heb al zoveel tegenslag gehad, dit kan er nog wel bij. Het erge is dat het betrekking heeft op de kinderen. Ik krijg te horen dat ze niet meer naar zwem- en balletles kunnen omdat [geïntimeerde] dat niet meer zou kunnen betalen. En dat terwijl ze het huis in [plaats] heeft gekregen, een auto en 2500 euro netto per maand van mij vangt!’’
En een volgend artikel luidt onder meer als volgt:
‘‘[geïntimeerde] eiste voor de rechter dat ik hen slechts één keer per twee weken een uurtje mocht zien, terwijl Bureau Jeugdzorg toezicht hield. En ze wilde twaalfduizend euro per maand aan alimentatie. Ze beweerde dat ik elke maand twintigduizend euro verdien, en dat ze recht heeft op het grootste deel daarvan. De rechter ging daar gelukkig niet in mee. Ik moet nu 2500 euro per maand betalen, en mag mijn kinderen voorlopig één dag per week zien’’.
3.1.3.[appellant] heeft op 8 december 2013 een foto op Twitter geplaatst van hemzelf en (onder meer) de kinderen. Hij twittert op 9 januari 2014:
‘(…) hun [geïntimeerde] maakt dr n zooitje van zoals ze in haar leven al iedereen heeft vernietigd!! Heb je namen nodig? Ik heb ze allemaal (…) Met wat zij andere levens heeft aangedaan kan ze niet gelukkig zijn! Begrijp nu pas waarom ze 12 uur slaap nodig had (…) Zij eist dat kindjes papa niet mogen zien en n bedrag boven de 10 mille p MAAND!!’
[appellant] heeft op 8 februari 2014 een foto van de kinderen op zijn twitter-account geplaatst met de tekst:
‘Koekjes gebakken met de kindjes! Na 7 weken zijn ze samen bij papa! Een groot feest’.
3.1.4.De voorzieningenrechter heeft [appellant] bij het bestreden vonnis veroordeeld zich te onthouden van het doen van mededelingen aan derden, al dan niet via de (sociale) media, aangaande zaken van vertrouwelijke aard (zoals, maar niet beperkt tot, mededelingen over de kinderen en/of de alimentatie), die behoren tot het verhandelde ter terechtzitting met gesloten deuren in het kader van de echtscheidingsprocedure en de procedure bij de voorzieningenrechter. Zij heeft daartoe overwogen dat het doen van uitlatingen over de echtscheidingsprocedure, naast de grens van feitelijke onjuistheden en/of grievende bewoordingen (inzake waarvan [geïntimeerde] naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk heeft gemaakt dat [appellant] deze grens heeft overschreden) een begrenzing vindt in het bepaalde in artikel 29 lid 1 aanhef en sub a Rv. In dit licht gaan de uitingen van [appellant] zoals in dit arrest geciteerd onder 3.1.2 en 3.1.3 volgens de voorzieningenrechter over de schreef. [appellant] heeft er geen bijzonder belang bij, zo overweegt nog steeds de voorzieningenrechter, om dergelijke mededelingen te doen, zodat het belang van [geïntimeerde], tegen de achtergrond van voornoemde wetsbepaling, om gevrijwaard te blijven van dergelijke uitlatingen waarbij haar persoonlijke levenssfeer is betrokken, in dit geval zwaarder weegt dan de uitingsvrijheid van [appellant].
3.1.5.De voorzieningenrechter heeft [appellant] bij hetzelfde vonnis verboden om zonder toestemming van [geïntimeerde] foto’s en/of filmmateriaal van de minderjarige kinderen van partijen aan te bieden aan of te plaatsen op voor het publiek toegankelijke (sociale) media. Zij heeft daartoe overwogen dat [geïntimeerde] en [appellant] gezamenlijk het ouderlijk gezag hebben over de kinderen en dat het daarom aan hen gezamenlijk is om te bepalen of foto’s en/of filmmateriaal van de kinderen in de openbaarheid worden gebracht. Nu partijen het niet eens kunnen worden - [geïntimeerde] wil geen foto’s van de kinderen in de media brengen en [appellant] wil de vrijheid hebben om dat wel te doen - is het op grond van het bepaalde in artikel 1:253a BW aan de kinderrechter om daarover een oordeel te vellen, waarop in kort geding bij wijze van voorlopige voorziening vooruit kan worden gelopen. De voorzieningenrechter acht het het meest in het belang van de kinderen om hen buiten de publiciteit te houden, mede omdat zij door [appellant] in verband worden gebracht met de ‘vechtscheiding’ en komt op voormelde gronden tot het gegeven verbod.