1.3In deze overeenkomst is met betrekking tot de verhuur, voor zover hier van belang, het volgende bepaald.
Onder C
Artikel 2. De eigenaar is gehouden een keuze te maken uit de opvolgende huurvarianten:
a. variant 1: [A bv] is bij uitsluiting gemachtigd tot de verhuur van het buitenhuis aan derden;
b. variant 2: de eigenaar verhuurt het buitenhuis zelf aan derden en machtigt [A bv]
hierbij om aanvullende werkzaamheden te verrichten met betrekking tot die verhuur;
Artikel 3. Bij toepassing van de variant 1 gelden de navolgende bepalingen:
a. de eigenaar is gehouden om alle verhuuractiviteiten via [A bv] te doen plaatsvinden;
b. de eigenaar machtigt hierbij [A bv] bij uitsluiting om zijn/haar buitenhuis op het park van [recreatiepark] (hierna: het park), namens hem/haar aan derden te verhuren;
c. de eigenaar is gehouden om jaarlijks op uiterlijk 1 september aan [A bv] schriftelijk mede te delen, gedurende welke perioden het buitenhuis beschikbaar is voor de verhuur aan derden;
d. [A bv] verhuurt namens en voor rekening, verantwoording en risico van de eigenaar, zijn/haar buitenhuis;
e. over de periode van het eigen gebruik van het buitenhuis ontvangt [A bv] geen commissie;
(…)
k. het buitenhuis staat minimaal 22 weken per jaar ter beschikking aan [A bv] voor de
verhuur aan derden;
l. indien de eigenaar zelf huurders aanbrengt, zal het buitenhuis minimaal 18 weken aan [A bv] ter beschikking staan voor de verhuur aan derden, waarbij de periode van de vermindering van de 4 weken niet behelst een periode in het hoogseizoen. Het hoogseizoen wordt jaarlijks op uiterlijk 1 september door [A bv] en de VvE vastgesteld.
Artikel 8. Ten aanzien van de voor de verhuur beschikbare perioden, geldt het navolgende:
a. bij toepasselijkheid van de variant 1, dient het buitenhuis beschikbaar te zijn voor de verhuur aan derden gedurende de volgende perioden tussen:
i. 1 april en 30 juni: tenminste vier kalenderweken;
ii. 1 juli en 31 augustus: tenminste vier kalenderweken;
iii. 1 september en 31 oktober: tenminste drie kalenderweken.
Indien een eigenaar in het hoogseizoen (juli en augustus) meer weken beschikbaar stelt dan het minimum van vier, worden deze weken bijgeteld bij het ter beschikking stellen in het middenseizoen (april tot en met juni, september en oktober).
b. afwijkingen in de hiervoor bedoelde beschikbare perioden is slechts mogelijk na overleg met en instemming van [A bv]. Het verzoek kan uitsluitend worden ingediend gelijktijdig met het indienen van het jaarformulier beschikbaarheid;
c. indien de eigenaar na de indiening van de hiervoor bedoelde opgave(n), aanvullende wijzigingen wenst door te voeren, dient hij hieromtrent onverwijld en schriftelijk mededeling aan [A bv] te doen. Alsdan lopende reserveringen zullen door partijen dienen te worden gerespecteerd, tenzij [A bv] de reservering(en) kan omboeken, zulks uitsluitend ter beoordeling van [A bv].
(…)
Artikel 9. Verder gelden bij toepasselijkheid van de variant 1 nog de navolgende voorwaarden:
a. het object dient tenminste totaal 22 kalenderweken per jaar beschikbaar te zijn voor de verhuur aan derden, waarvan aldus 11 weken in de hiervoor in art. 11 (lees: art. 8) bedoelde perioden.
b. indien het aantal te verhuren weken minder bedraagt dan 22 weken, geldt een tolerantie van 2 weken. Bij een grotere afwijking (dit wordt jaarlijks achteraf door [A bv] vastgesteld), wordt de door [A bv] alsdan gederfde commissie bij de individuele eigenaar in rekening gebracht, gebaseerd op gemiddelde verhuurprijzen van de geldende periode. Hierbij wordt uitgegaan van 100% gederfde commissie indien het tekort aantal weken in het hoogseizoen vallen en 50% van de gederfde commissie voor de overige weken. Indien aldus achteraf blijkt dat er 20-22 weken aangeboden zijn, volgt geen gederfde commissiefactuur. Bij een minder aantal beschikbare weken volgt er een gederfde commissiefactuur waarbij van het minimum aantal weken van 22 wordt uitgegaan.