ECLI:NL:GHAMS:2014:609

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2014
Publicatiedatum
5 maart 2014
Zaaknummer
200.128.456/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De vraag of overeenkomsten zijn aangegaan op persoonlijke titel of namens een vennootschap

In deze zaak gaat het om de vraag of de appellant, [appellant], de overeenkomsten met VITRINA B.V. op persoonlijke titel heeft gesloten of namens zijn vennootschap, Carsco B.V. De appellant is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de kantonrechter oordeelde dat de appellant op persoonlijke titel handelde. De appellant heeft grieven aangevoerd tegen dit oordeel, stellende dat Vitrina hem benaderde als vertegenwoordiger van Carsco B.V. en dat de overeenkomsten zijn ondertekend als directeur van deze vennootschap.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Vitrina B.V. heeft reclame-uitingen verzorgd en facturen verzonden die onbetaald zijn gebleven. De appellant heeft de overeenkomsten getekend op 18 maart 2010, waarbij hij als directeur van Carsco B.V. optrad. Vitrina heeft de overeenkomsten bevestigd aan Bed Mobiel, een handelsnaam van Carsco B.V. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat Vitrina had moeten begrijpen dat hij de overeenkomsten namens zijn vennootschap sloot, gezien de omstandigheden en de communicatie tussen partijen.

Het hof heeft geoordeeld dat de kantonrechter ten onrechte het verweer van de appellant heeft verworpen. Het hof concludeert dat Vitrina de overeenkomsten heeft gesloten met Carsco B.V. en niet met de appellant op persoonlijke titel. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van Vitrina af, waarbij Vitrina in de kosten van het geding wordt veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team 1
zaaknummer : 200.128.456/01
zaak/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 413063 CV Expl 12-4384
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 11 maart 2014(bij vervroeging)
inzake
[appellant],
wonend te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. J.H. Prins te Den Helder,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VITRINA B.V.,
gevestigd te Purmerend,
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.J. Stuy te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en Vitrina genoemd.
[appellant] is bij dagvaarding van 5 juni 2013 met daarin opgenomen de grieven en aangehecht een productie in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), van
6 maart 2013, onder bovenvermeld zaak/rolnummer gewezen tussen Vitrina als eiseres en [appellant] als gedaagde. Ter rolle is overeenkomstig van grieven gediend.
Vitrina heeft vervolgens een memorie van antwoord genomen.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 17 februari 2014 doen bepleiten door hun advocaat. [appellant] heeft ter zitting nog een productie in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd.
[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vordering van Vitrina zal afwijzen met veroordeling van Vitrina in de kosten van het geding in beide instanties.
Vitrina heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten.
Vitrina heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.4 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
i) Vitrina is een bedrijf dat gespecialiseerd is in het verzorgen van reclame-uitingen op zogenaamde sponsorrolstoelen in ziekenhuizen en op verlichte diawanden aldaar.
(ii) Sinds 26 september 2008 stond in het handelsregister ingeschreven de besloten vennootschap Carsco B.V. met als handelsnamen Carsco B.V., Bed Mobiel, Comfort Mobiel en Beddenoutlet Tuitjenhorn en met [appellant] als enig aandeelhouder en bestuurder.
(iii) Op 18 maart 2010 heeft [appellant] een tweetal door Vitrina opgestelde reclame-overeenkomsten (hierna: de overeenkomsten) getekend, waarin staat vermeld bij naam opdrachtgever:
“Bed Mobiel, [plaats]”, bij contactpersoon:
”[appellant]”, bij telefoonnummer: “
[telefoonnummer]”, bij bankrekeningnummer:
”[rekeningnummer]”,bij naam van degene die aan de zijde van opdrachtgever ondertekent: “
[appellant]”en bij functie: “
Directeur”.De overeenkomsten werden aangegaan voor een periode van vijf jaar met een mogelijkheid tot verlenging van telkens vijf jaren, de huurprijs bedroeg in totaal voor beide overeenkomsten € 2.200,00 ex BTW per jaar.
(iv) Vitrina heeft de beide overeenkomsten aan “Bed Mobiel, t.a.v. de heer [appellant], [plaats]” op 22 maart 2010 schriftelijk bevestigd.
( v) Vitrina is overgegaan tot plaatsing van de reclame-uitingen. Zij heeft ter zake facturen verzonden die sinds september 2011 onbetaald zijn gebleven. Onder meer bij brief van 23 november 2011 is “Bed Mobiel, de heer [appellant]”, gesommeerd tot betaling van de openstaande facturen. De facturen zijn daarna gedeeltelijk voldaan, maar er is een nieuwe achterstand ontstaan.
(vi) Bij brief van 18 maart 2012 heeft “[appellant], Carsco BV”, aan Vitrina verzocht een voorstel te doen om de overeenkomsten met Vitrina af te kopen. In de brief staat verder:
“Mede aan de hand van dit voorstel, evenals dat van een aantal andere partijen, zal ik besluiten of het zinvol is te zoeken naar mogelijkheden de BV te laten voortbestaan of door te starten als eenmanszaak”
(vii) Bij brief van 30 maart 2012 van Vitrina aan “Bed Mobiel t.a.v. de heer [appellant]” heeft Vitrina een beëindigingsvoorstel gedaan. Ook de pogingen daarna om tot een betalingsregeling te komen hebben niet tot betalingen geleid. Vitrina heeft vervolgens aanspraak gemaakt op betaling van het totaal openstaande bedrag, vermeerderd met de contractuele buitengerechtelijke kosten en rente.

3.Beoordeling

3.1
In eerste aanleg heeft Vitrina van [appellant] betaling gevorderd van een bedrag van € 9.480,72 te vermeerderen met contractuele rente en met veroordeling van [appellant] in de proceskosten. [appellant] heeft zich hiertegen verweerd door aan te voeren dat Vitrina niet met hem maar met zijn inmiddels gefailleerde vennootschap Carsco B.V. die handelde onder de naam Bed Mobiel, de overeenkomsten heeft gesloten.
3.2.
De kantonrechter heeft het verweer van [appellant] verworpen en onder veroordeling van [appellant] in de proceskosten de vordering van Vitrina jegens [appellant] toegewezen, met dien verstande dat de contractuele rente is toegewezen over het bedrag van € 8.508,52 vanaf 15 augustus 2012 tot de dag van betaling. Kort gezegd was de kantonrechter van oordeel dat Vitrina ervan uit mocht gaan dat [appellant] op persoonlijke titel handelend onder de naam Bed Mobiel met haar contracteerde. Hiertegen komt [appellant] met zijn grieven op.
3.3.
Tegen het bestreden vonnis heeft [appellant] tien grieven aangevoerd die zich lenen voor gezamenlijke behandeling. In de kern komen de grieven erop neer dat de kantonrechter gegeven de omstandigheden van het geval ten onrechte heeft geoordeeld dat hij de overeenkomsten op persoonlijke titel handelend onder de naam Bed Mobiel is aangegaan. Zo heeft [appellant] erop gewezen dat Vitrina hem benaderd heeft via zijn website waarop stond vermeld dat achter Bed Mobiel de besloten vennootschap Carsco B.V. stond, dat hij de overeenkomsten heeft ondertekend als directeur, dat op de overeenkomst het bankrekeningnummer van zijn vennootschap is ingevuld van welke rekening ook de facturen zijn geïncasseerd, en dat hij op 18 maart 2012 namens zijn vennootschap een brief heeft geschreven aan Vitrina met het verzoek om een afkoopregeling. Al met al is [appellant] van mening dat het Vitrinia duidelijk heeft moeten zijn dat hij de overeenkomsten namens zijn vennootschap heeft gesloten.
3.4.
Het hof stelt voorop dat de vraag of [appellant] op persoonlijke titel of namens zijn vennootschap de overeenkomsten is aangegaan beantwoord dient te worden aan hand van wat de feitelijk handelende personen over en weer hebben verklaard en hetgeen zij uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden.
3.5.
Als niet voldoende weersproken staat vast dat Vitrina [appellant] heeft benaderd na de website van Bed Mobiel te hebben bezocht, waarop stond dat de ondernemer achter Bed Mobiel Carsco B.V. was. Voorts is gebleken dat een vertegenwoordiger van Vitrina de voorgedrukte reclame-overeenkomsten heeft ingevuld met vermelding van de relevante gegevens zoals hierboven onder 2 (iii) weergegeven. Daarbij is ingevuld de handelsnaam van Carsco B.V., het bankrekeningnummer van de vennootschap en de functie van directeur van de opdrachtgever. Uit de opgave van deze gegevens door [appellant] aan de vertegenwoordiger van Vitrina heeft Vitrina naar het oordeel van hof moeten begrijpen dat [appellant] niet beoogde de overeenkomst op persoonlijke titel te sluiten maar als vertegenwoordiger van zijn vennootschap. Vitrina heeft dat voorts ook moeten afleiden uit het onvoldoende weersproken feit dat de facturen zijn betaald door de vennootschap en dat op 18 maart 2012 namens Carsco B.V. een voorstel werd gevraagd om de tussen haar en Vitrina gesloten overeenkomsten af te kopen. Uit de omstandigheid dat Vitrina in haar antwoordbrief van 30 maart 2012 niet heeft gereageerd op het feit dat Carsco B.V. zich als wederpartij presenteerde, leidt het hof af dat Vitrina er zelf ook vanuit ging dat zij met de vennootschap had gecontracteerd. Dat Vitrina haar brieven steeds adresseerde aan “Bed Mobiel t.a.v. de heer [appellant]” kan aan het vorenstaande niet afdoen. Vitrina heeft verder niet gesteld, terwijl evenmin is gebleken, uit welke andere feiten of omstandigheden dan wel verklaringen en of gedragingen van [appellant] zij heeft mogen afleiden dat hij op persoonlijke titel handelde. Uit het in het geding gebrachte uittreksel van Bed Mobiel als eenmanszaak blijkt dat deze pas op 5 juli 2011 is geregistreerd. Dat [appellant] voordien ook al onder de naam Bed Mobiel als eenmanszaak opereerde is niet dan wel onvoldoende gebleken. Het enkele feit dat hij zijn privé telefoonnummer heeft opgegeven is daartoe onvoldoende nu hij immers als contactpersoon op de reclame-overeenkomsten stond vermeld.
3.6
Het voorgaande brengt mee dat de kantonrechter ten onrechte het verweer van [appellant] heeft verworpen. Het hof is van oordeel dat Vitrina op 18 maart 2010 de overeenkomsten heeft gesloten met Carsco B.V. handelend onder de naam Bed Mobiel. Dat betekent dat de grieven slagen, behoudens grief 9 maar die behoeft bij gebrek aan belang geen verdere bespreking. Het bestreden vonnis kan niet in stand blijven en zal worden vernietigd. De vordering tegen [appellant] zal alsnog worden afgewezen.
3.7.
Als te algemeen dan wel niet ter zake dienend zal het hof het bewijsaanbod van Vitrina passeren.
3.8.
Vitrina zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep,
en opnieuw rechtdoende:
wijst de vordering van Vitrina af.
veroordeelt Vitrina in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van [appellant] begroot op nihil en in hoger beroep tot op heden op € 391,82 aan verschotten en € 1.896,00 voor salaris
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
Dit arrest is gewezen door mrs. M.M.M. Tillema, J. Blokland en P.F.G.T Hofmeijer-Rutten en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2014.