In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 november 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de indeling van een multifunctioneel apparaat in het Geharmoniseerd Systeem (GS) voor douanerechten. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. N.P.J. Ooyevaar van KPMG Meijburg & Co, had een verzoek ingediend voor terugbetaling van douanerechten die ten onrechte waren geheven bij de invoer van het apparaat. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had het verzoek afgewezen, met als argument dat het apparaat onder een andere GS-post moest worden ingedeeld.
De belanghebbende stelde dat het apparaat moest worden ingedeeld onder GS-post 8471 60, terwijl de inspecteur indeling onder GS-post 8517 21 voorstelde. Het Hof overwoog dat voor de indeling van multifunctionele apparaten de hoofdfunctie bepalend is. Het Hof concludeerde dat de faxfunctie niet ondergeschikt was aan de print- en scanfunctie, en dat het apparaat op de markt werd gebracht als een 'all-in-one color inkjet product'.
Het Hof oordeelde dat de indeling van het apparaat moest geschieden met toepassing van indelingsregel 3, waarbij de post die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst, moet worden toegepast. Dit leidde tot de conclusie dat het apparaat terecht was ingedeeld onder GS-onderverdeling 8517 21. De bestreden uitspraak van de inspecteur werd derhalve bevestigd, en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en er zijn geen proceskosten aan de orde gesteld.