In deze zaak gaat het om de verplichting van een werkgever, [appellant], tot het afdragen van pensioenpremies en bijdragen aan een sociaal fonds voor de schoonmaakbranche. De appellant, die een onderneming had onder de naam R&K Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten, was verplicht om pensioenpremies te betalen voor zijn werknemers die deelnamen aan het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf. De stichtingen, die de belangen van de werknemers behartigen, hebben appellant in rechte betrokken omdat hij een deel van de door hen in rekening gebrachte premies en bijdragen onbetaald had gelaten. De kantonrechter had in eerdere vonnissen de vordering van de stichtingen toegewezen, waarop appellant in hoger beroep ging.
Het hof heeft vastgesteld dat de stichtingen hun vordering voldoende inzichtelijk hebben gemaakt en dat appellant niet voldoende heeft betwist dat hij de verschuldigde bedragen niet had betaald. Appellant had de verplichting om tijdig en volledig de benodigde gegevens aan te leveren aan de stichtingen, maar heeft dit nagelaten. Het hof oordeelt dat de grieven van appellant falen en bevestigt de beslissing van de kantonrechter. Appellant wordt veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op een totaal van € 3.493,-.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in de schoonmaakbranche met betrekking tot pensioenpremies en de noodzaak om tijdig en correct gegevens aan te leveren aan de pensioenfondsen en sociale fondsen. Het hof bevestigt dat de stichtingen recht hebben op de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.