ECLI:NL:GHAMS:2014:771
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M.A. Gerritzen-Gunst
- M. Wigleven
- P.J.W.M. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming tot erkenning en omgangsregeling tussen biologische vader en zoon
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn verzoek om vervangende toestemming tot erkenning van zijn zoon, geboren uit een eerdere relatie, werd afgewezen. De man heeft op 29 oktober 2013 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 31 juli 2013. De rechtbank had geoordeeld dat de belangen van de vrouw en het kind zich verzetten tegen de erkenning door de man. De man betwistte de beschuldigingen van de vrouw over geweld en stalking en stelde dat zijn belangen bij erkenning zwaarder wegen dan de belangen van de vrouw en het kind. De bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming adviseerden om de beschikking te bekrachtigen, omdat het in het belang van het kind zou zijn om de huidige situatie niet te verstoren.
Het hof heeft de argumenten van de man en de vrouw zorgvuldig afgewogen. Het hof concludeert dat de man tot nu toe geen significante rol in het leven van het kind heeft gespeeld en dat er reële risico's zijn voor de emotionele en psychologische ontwikkeling van het kind als de erkenning zou plaatsvinden. De vrouw heeft aangegeven dat er sprake was van huiselijk geweld en dat de man na de relatie haar heeft gestalkt, wat de spanningen en problemen voor de vrouw heeft vergroot. Het hof oordeelt dat de belangen van de vrouw en het kind zwaarder wegen dan die van de man en bekrachtigt de afwijzing van het verzoek om vervangende toestemming tot erkenning.
Daarnaast heeft het hof ook het verzoek van de man om een omgangsregeling te bepalen beoordeeld. Het hof oordeelt dat de man niet in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, zoals vereist is volgens de wet. De man heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling dat er een dergelijke band bestaat. Het hof verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling. De beslissing van de rechtbank wordt in zoverre vernietigd, maar de overige onderdelen van de beschikking worden bekrachtigd. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.