Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Loop van het geding na verwijzing
3.Feiten
4. Goederencode
4.Het verwijzingsarrest
Hof: kennelijk is bedoeld is 3.1.5) omschreven feiten en omstandigheden gezamenlijk een zodanige vergissing als bedoeld in artikel 220, lid 2, letter b, van het CDW vormen dat aan de navordering in de weg staat voor nadien zonder controle afgehandelde aangiften, slaagt het middel, gelet op hetgeen hiervoor in 3.4.3, laatste alinea, is overwogen. Niet kan worden uitgesloten dat de terugbetalingsbeschikking in samenhang bezien met andere actieve gedragingen van de douaneautoriteiten tot de conclusie moet leiden dat de douaneautoriteiten op enig moment bij belanghebbende het gewettigd vertrouwen hebben gewekt dat matrassen als de onderhavige matrassen dienen te worden ingedeeld in post 9404 21 90 van de GN.
5.Geschil na verwijzing
6.Beoordeling van het geschil
7.Proceskosten en griffierecht
8.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze beschikking 2008/[xx2] betreft en bevestigt de uitspraak voor het overige;
- verklaart het beroep inzake beschikking 2008/[xx2] ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van in totaal € 2.572,50.