i) [appellant] is in september 2000 een opleiding tot verkeersvlieger gaan
volgen bij de KLM Luchtvaartschool (hierna KLS). Hij heeft daartoe met International
Financing & Flight Training Centre (hierna IFTC) een Opleidingsovereenkomst
(hierna de opleidingsovereenkomst) gesloten. In die overeenkomst is in artikel 6
“Financiering en Garantiefonds” onder meer bepaald dat [appellant] in de
gelegenheid zal worden gesteld om via IFTC een financieringsovereenkomst te sluiten
voor de totale door hem aan IFTC en KLS verschuldigde vergoeding en dat de
Stichting Garantiefonds IFTC (hierna het garantiefonds) zich ten behoeve van de
financierende bank borg zal stellen.
(ii) [appellant] heeft in het kader van de opleiding € 85.764,47 aan KLS (voor de opleiding) en € 5.672,25 aan IFTC (voor werving, selectie en bemiddeling) betaald. (iii) [appellant] heeft ter financiering van dit bedrag in september 2000 een kredietovereenkomst gesloten met ABN Amro, op grond waarvan hij de vereiste gelden van ABN Amro heeft geleend.
(iv) Het garantiefonds heeft zich jegens ABN Amro borg gesteld voor de nakoming van de verplichtingen van [appellant] uit hoofde van de kredietovereenkomst. In de “Overeenkomst voor de borgtocht IFTC” (hierna de raamovereenkomst) is in artikel 2 (“Borgtocht”) onder 2.1 het volgende bepaald:
“De Stichting verbindt zich hiermede jegens de Bank als borg voor de Leerling tot zekerheid van de betaling van al hetgeen de Bank opeisbaar van de Leerling te vorderen mocht hebben uit hoofde van de Kredietovereenkomst tot maximaal 5 (vijf) jaar na de datum van voltooiing van de AOV, zulks echter uitsluitend voor het geval de Leerling deze verplichtingen jegens de Bank niet kan nakomen omdat hij/zij:
A. Zonder dat er sprake is van opzet of schuld de AOV niet voltooit en geen alternatief eindtraject volgt en/of.
B. Buiten zijn/haar toedoen niet binnen 2,5 (twee en een half) jaar na de datum van voltooiing van de AOV, gegeven zijn/haar opleiding, op redelijke financiële voorwaarden een aanbod voor (tijdelijke) tewerkstelling voor tenminste 2 (twee) jaar bij een binnen- en/of buitenlandse luchtvaartmaatschappij heeft ontvangen.
In de gevallen A en B geldt tevens dat de Leerlingen niet (anderszins) in staat zijn hun (lopende) financiële verplichtingen uit bedoelde Kredietovereenkomst geheel of gedeeltelijk na te komen.”
De hierbedoelde clausulering van de borgstelling is tevens vermeld in artikel 6 van de opleidingsovereenkomst.
(vi) [appellant] heeft vanaf maart 2003 een opleiding tot verkeersvlieger bij Stella Aviation Academy (hierna Stella) gevolgd en heeft deze opleiding in mei 2004 afgerond.
(vii) [appellant] heeft voor de (vervolg)opleiding € 58.139,06 aan Stella betaald. Ter financiering van dit bedrag is de kredietovereenkomst met ABN Amro gewijzigd, waarna ABN Amro de vereiste middelen ter beschikking heeft gesteld.
(viii) [appellant] heeft, krachtens een vonnis van 10 maart 2004 van de rechtbank Assen, tot een bedrag van € 13.613,41 restitutie ontvangen van KLS, nu hij de volledige opleiding bij KLS heeft betaald maar niet de volledige opleiding heeft voltooid.
(ix) [appellant] is in 2006 en 2007 bij Stella werkzaam geweest als vlieginstructeur.