Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De feiten
e-mailberichten in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een notaris die werd beschuldigd van onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster. Klaagster, de erfgename, had de notaris aangeklaagd omdat hij niet adequaat had gereageerd op haar verzoeken om informatie en communicatie over de afwikkeling van de nalatenschap. De kamer voor het notariaat had de klacht gegrond verklaard en de notaris een schorsing van drie maanden opgelegd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de schorsing van de notaris verlaagd naar zes weken, ingaande op 27 april 2015.
De notaris had op 27 augustus 2014 hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kamer van 29 juli 2014. Tijdens de behandeling van de zaak op 5 februari 2015 heeft de notaris erkend dat hij nalatig had gehandeld en dat zijn communicatie met klaagster gebrekkig was geweest. Hij voerde aan dat persoonlijke en zakelijke omstandigheden hem hadden belemmerd om adequaat te functioneren. Het hof oordeelde dat de notaris de belangen van klaagster had veronachtzaamd en dat zijn handelen de eer van het notariaat had geschaad. Desondanks werd de schorsing verlaagd, omdat de notaris inmiddels maatregelen had getroffen om zijn situatie te verbeteren en er geen andere klachtwaardige zaken waren aangetroffen.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van zorgvuldigheid en communicatie in het notariaat, en de gevolgen van nalatig handelen voor de betrokken notaris. Het hof bevestigde de overige beslissingen van de kamer, maar paste de maatregel aan, rekening houdend met de omstandigheden van de notaris en de impact van de schorsing op zijn praktijk.