Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klaagster een tuchtklacht ingediend tegen een notaris en het notariskantoor, waarbij zij hen verwijt niet te hebben gehandeld zoals een goed notaris betaamt. De klachten omvatten onder andere onvoldoende rekening houden met de belangen van klaagster, het kiezen van partij voor haar ex-partner, medewerking aan wanprestatie en onrechtmatig handelen, en het zich voordoen als notaris door een jurist van het kantoor. De kamer heeft klaagster in haar klacht tegen het notariskantoor en de jurist niet-ontvankelijk verklaard en de overige klachten ongegrond. Het hof heeft de ontvankelijkheid van klaagster in klachtonderdeel iv bevestigd, maar dit klachtonderdeel ongegrond verklaard. Het hof heeft de beslissing van de kamer voor het overige bevestigd. De zaak betreft een tuchtprocedure waarin de verantwoordelijkheden van de notaris en de rol van de jurist binnen het notariskantoor centraal staan. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor notarissen om transparant te zijn over hun rol en de functies van medewerkers binnen hun kantoor, om verwarring bij cliënten te voorkomen. De uitspraak is gedaan op 12 mei 2015.