ECLI:NL:GHAMS:2015:1833

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2015
Publicatiedatum
19 mei 2015
Zaaknummer
200.112.570-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg van tussenarrest inzake schadevergoeding na ongeval

In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 15 oktober 2013, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Adecco Personeelsdiensten B.V. en Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM) als appellanten, en een nog onbekende geïntimeerde. De appellanten hebben het hof verzocht om het bestreden vonnis te bekrachtigen en de zaak naar de schadestaatprocedure te verwijzen. De geïntimeerde heeft daarnaast verzocht om Adecco en KLM in de kosten te veroordelen.

Tijdens de comparitie van partijen op 16 januari 2014, die volgde op het tussenarrest, is er gesproken over de schade die de geïntimeerde heeft geleden na een ongeval op 24 mei 2009. Het hof had behoefte aan nadere inlichtingen over de schade en heeft partijen aangespoord om te trachten tot een minnelijke regeling te komen. De advocaten van beide partijen hebben producties ingediend ter ondersteuning van hun standpunten.

Het hof heeft uiteindelijk besloten om het bestreden vonnis te bekrachtigen, met de toevoeging dat de veroordeling aan de geïntimeerde moet worden toegevoegd dat de schade 'op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet' is. Tevens zijn Adecco en KLM veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde zijn begroot op € 291,- aan verschotten en € 1.788,- aan salaris advocaat. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.112.570/01
zaaknummer rechtbank : CV 10-15670
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 mei 2015
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADECCO PERSONEELSDIENSTEN B.V.,
gevestigd te Schiphol,
2. de naamloze vennootschap
KONINKLIJKE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
appellanten,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen:
[GEÏNTIMEERDE],
wonend te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.P. Klokkers te Amsterdam.

1.Het verdere geding in hoger beroep

Partijen worden hierna respectievelijk Adecco, KLM en [geïntimeerde] genoemd.
In deze zaak heeft het hof op 15 oktober 2013 een tussenarrest (hierna: het tussenarrest) uitgesproken. Voor het procesverloop tot die datum wordt naar dat arrest verwezen.
Op 16 januari 2014 heeft ingevolge het tussenarrest een comparitie van partijen plaatsgevonden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
Ter rolzitting van 16 september 2014 hebben partijen het hof verzocht het bestreden vonnis te bekrachtigen en de zaak naar de schadestaat te verwijzen. [geïntimeerde] heeft daarnaast gevraagd Adecco en KLM in de kosten te veroordelen.

2.Verdere beoordeling

2.1
Bij het tussenarrest heeft het hof overwogen dat het behoefte had aan nadere inlichtingen met betrekking tot de door [geïntimeerde] gestelde schade en is met het oog daarop een comparitie van partijen bepaald die tot doel had te trachten een minnelijke regeling te treffen.
2.2
Voorafgaande aan de comparitie heeft de voornoemde advocaat van [geïntimeerde] bij brief van 23 december 2013 producties genummerd 5 tot en met 10 aan het hof gezonden. Mr. K.M. Volker, advocaat te Amsterdam, heeft namens KLM bij brief van 8 januari 2014 producties genummerd 2 en 3 ingediend.
2.3
Blijkens het proces-verbaal van de comparitie zouden partijen gezamenlijk te rade gaan over de benoeming van een medisch adviseur en de aan deze te stellen vragen met betrekking tot de medische gevolgen van het door [geïntimeerde] op 24 mei 2009 overkomen ongeval.
2.4
Nu partijen uiteindelijk bekrachtiging van het bestreden vonnis hebben gevraagd met verwijzing van de zaak naar de schadestaat - welk onderdeel van de vordering van [geïntimeerde] de kantonrechter in het bestreden vonnis in rechtsoverweging 12 toewijsbaar achtte maar kennelijk abusievelijk niet in het dictum heeft vermeld - zal het hof hen daarin volgen. Bij deze stand van zaken past dat Adecco en KLM in de proceskosten van het hoger beroep zullen worden veroordeeld.

3.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis, met dien verstande dat aan de veroordeling sub I worden toegevoegd de woorden ‘op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet’;
veroordeelt Adecco en KLM in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 291,- aan verschotten en op € 1.788,- aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.F. Schütz, A.M.A. Verscheure en W. Tonkens-Gerkema en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2015.