ECLI:NL:GHAMS:2015:1939
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.L.D. Akkaya
- M.A. Goslings
- H.J.M. Boukema
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een vonnis inzake dwangakkoord in faillissementsrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De appellanten, bestaande uit een maatschap en haar maten, waren in eerste aanleg bevolen om in te stemmen met een door de geïntimeerden aangeboden schuldregeling op basis van artikel 287a van de Faillissementswet (Fw). De appellanten hebben het vonnis van de rechtbank bestreden en verzocht om vernietiging van dit vonnis. Tijdens de zitting op 12 mei 2015 hebben de appellanten hun standpunt toegelicht, waarbij zij betoogden dat het schikkingsvoorstel niet goed gedocumenteerd was en dat het aanbod van de geïntimeerden niet het uiterste was waartoe zij in staat waren. De geïntimeerden, die bijgestaan werden door een schuldhulpverlener en hun advocaat, hebben het tegendeel betoogd en gesteld dat hun aanbod wel degelijk het uiterste was.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Het hof oordeelde dat de appellanten in redelijkheid tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen. Het hof concludeerde dat niet voldoende was aangetoond dat het aanbod van de geïntimeerden het uiterste was waartoe zij financieel in staat waren. De omstandigheid dat andere schuldeisers wel akkoord waren gegaan met de regeling, was niet voldoende om tot een ander oordeel te komen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de geïntimeerden tot dwangakkoord afgewezen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling van het verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.