2.1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 3.1 tot en met 3.9 de feiten vastgesteld die zij in de onderhavige zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn gebleken uit de niet (voldoende) weersproken stellingen van partijen, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.1.Bij akte van 22 april 1998 (hierna: de erfpachtakte) heeft de Gemeente het terrein, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie N, nummer [Y] en nummer [Z], plaatselijk bekend Groenhoedenveem 17 te Amsterdam, en het daarop gebouwde pakhuis (hierna: het Pakhuis) in erfpacht (hierna: het recht van erfpacht) uitgegeven. De jaarlijks verschuldigde canon is daarbij afgekocht tot 1 maart 2098. Op het recht van erfpacht zijn de Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht 1994 (hierna: AB 1994) van toepassing.
2.1.2.De AB 1994 bepalen in artikel 13 onder meer:
Art. 13Herziening van de canon in geval van wijziging van het gebruik of de bebouwing
1. Herziening van de canon kan voorts plaatsvinden in de volgende gevallen:
a indien een met toestemming van Burgemeester en Wethouders veranderd gebruik van het perceel en/of opstallen, gelet op de door deze gebruiksverandering tot stand gekomen waardevermeerdering van het perceel, daartoe redelijkerwijs aanleiding geeft (…)
b indien een met toestemming van Burgemeester en Wethouders gerealiseerde wijziging van de bestaande opstallen en/of met toestemming van Burgemeester en Wethouders gestichte nieuwe bebouwing, gelet op de door deze wijziging en/of bebouwing tot stand gekomen waardevermeerdering van het perceel, daartoe redelijkerwijs aanleiding geeft (…)
2 De nieuwe canon wordt berekend door toepassing van de formule:
A +( (B-C) x D), waarin voorstelt:
A de op het moment van de herziening geldende canon;
B de op het moment van de herziening geldende grondwaarde met het oog op het gewijzigd gebruik en/of de gewijzigde bebouwing;
C de op het moment van de herziening geldende grondwaarde met het oog op het volgens de akte van vestiging toegestane gebruik, respectievelijk de toegestane bebouwing;
D het op het moment van de herziening van toepassing zijnde canonpercentage.
(..)
2.1.3.Op 4 april 2002 is projectontwikkelaar [X] B.V. (hierna: [X]) opgericht. Op 3 juli 2002 heeft [X] het recht van erfpacht gekocht met de bedoeling het Pakhuis te herontwikkelen. Door de herontwikkeling zou het aantal vierkante meters per gebruiksbestemming gewijzigd worden, namelijk van showroom, kantoor, horeca en detailhandel naar kantoor en horeca. De Gemeente dient op grond van artikel 16 lid 5 in samenhang met artikel 13 van de AB 1994 toestemming te geven voor een wijziging van de gebruiksbestemming.
2.1.4.Op verzoek van [X] heeft de Gemeente bij brief van 27 januari 2003 een eerste indicatie van de afkoopsom van de canonverhoging (hierna: de afkoopsom) gegeven voor het geval dat de bestemming volledig zou worden gewijzigd naar kantoor. Deze indicatie bedroeg € 2,9 miljoen. Vervolgens hebben de Gemeente en [X] verder met elkaar gecorrespondeerd over de hoogte van de te bepalen afkoopsom.
2.1.5.Op 2 juni 2004 heeft [X] het recht van erfpacht verkocht aan [appellante] voor een verkoopsom van € 16.451.724,= en bij akte van 4 juni 2004 aan [appellante] geleverd.
2.1.6.De Gemeente en [X] (ingevolge een daartoe door [appellante] verstrekte volmacht) hebben de communicatie over de wijziging van de bestemming en de afkoopsom met elkaar voortgezet. Nadat de Gemeente bij brief van 6 juni 2005 een eerste aanbieding voor de afkoopsom had gedaan ter hoogte van € 1.482.771,42 voor 50 jaar heeft, na verder overleg en correspondentie tussen partijen, de Gemeente haar aanbieding meerdere malen aangepast.
2.1.7.Bij brief van 30 maart 2007 heeft [X] aan de Gemeente een rapport van het bedrijf Fakton toegezonden, waarin de afkoopsom is berekend op € 1.013.457,20. Op 5 november 2007 heeft [U], afdeling taxaties, in opdracht van [X] een advies uitgebracht, waarin de afkoopsom wordt berekend op een bedrag van € 610.000,=.
2.1.8.Bij brief van 21 september 2007 heeft de Gemeente [appellante] aangeschreven, omdat de Gemeente had geconstateerd dat het Pakhuis in strijd met de volgens de erfpachtakte toegestane bestemming werd gebruikt. Daarbij is [appellante] gesommeerd om het gebruik van het recht van erfpacht in overeenstemming te brengen met de erfpachtakte. Bij brief van 24 januari 2008 heeft de Gemeente aan [appellante] meegedeeld dat de gesprekken met [X] niet tot resultaat hebben geleid en dat zij om die reden de kwestie wenst af te handelen met [appellante]. In opdracht van [appellante] heeft het adviesbureau Terp! op 21 maart 2008 een rapport uitgebracht, waarin de afkoopsom wordt berekend op een bedrag van € 1.362.680,49. Bij brief van 18 juli 2008 heeft de Gemeente een finale aanbieding aan [appellante] gedaan van € 2.215.536,= voor een periode van 100 jaar. Deze aanbieding heeft [appellante] niet geaccepteerd.
2.1.9.Bij verzoekschrift van 30 september 2008 heeft [X] de rechtbank verzocht om een voorlopig deskundigenbericht. Ondanks verweer van De Gemeente heeft de rechtbank dit verzoek bij beschikking van 26 februari 2009 toegewezen. Het hof heeft die beschikking bij beschikking van 3 november 2009 bekrachtigd. Hierna heeft de rechtbank drie deskundigen benoemd. Deze deskundigen hebben op 23 september 2010 een deskundigenbericht (hierna: het deskundigenbericht) uitgebracht. Zoals ook in het deskundigenbericht staat vermeld, heeft de rechtbank onder meer de volgende vragen gesteld:
“1. Welke berekeningsgrondslag en parameters dienen te worden gehanteerd bij de vaststelling van de afkoopsom van de canon als gevolg van de bestemmingswijziging?
(…)
5. Wat is de hoogte van de afkoopsom van de canon?
(…)”
In het deskundigenbericht wordt deze afkoopsom berekend op € 1.137.916,=.