Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de man werd verplicht een verhaalsbijdrage te betalen aan de gemeente Amsterdam in verband met de bijstandsverlening aan zijn ex-vrouw en kinderen. De man is op 2 september 2014 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 4 juni 2014. De gemeente heeft op 23 december 2014 een verweerschrift ingediend. De man heeft meerdere nadere stukken ingediend, en de zaak is op 5 maart 2015 ter terechtzitting behandeld. De man, bijgestaan door zijn advocaat, en de gemeente, vertegenwoordigd door twee ambtenaren, waren aanwezig.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de man en zijn ex-vrouw zijn op 21 april 2009 gescheiden. Sinds 22 juni 2007 ontvangt de vrouw bijstand voor een eenoudergezin. De gemeente heeft in 2008 een verhaalsonderzoek gestart en in 2013 is de verhaalsbijdrage van de man vastgesteld op € 632,- per maand. De man heeft bezwaar gemaakt, maar de gemeente heeft aangegeven dat hiertegen geen bezwaar openstaat. De man verzoekt in hoger beroep om de verhaalsbijdrage te bepalen op nihil, terwijl de gemeente de bestreden beschikking wil bekrachtigen.
Het hof heeft de ingangsdatum van de verhaalsbijdrage vastgesteld op 1 februari 2013 en de draagkracht van de man beoordeeld. Het hof concludeert dat de man in de periode van 1 februari 2013 tot 22 mei 2013 in staat was om een verhaalsbijdrage van € 15,- per maand te betalen, en in de periode van 22 mei 2013 tot 1 januari 2015 € 25,- per maand. Na 1 januari 2015 is de verhaalsbijdrage vastgesteld op € 55,- per maand. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door drie rechters en is openbaar uitgesproken op 2 juni 2015.