Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
- met voorafgaande berichtgeving - niet verschenen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch. Klager had op 4 februari 2015 een beroepschrift ingediend tegen een eerdere beslissing van de kamer, waarin zijn verzet tegen een beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 13 augustus 2014 ongegrond was verklaard. De oud-notaris, tegen wie de klacht was ingediend, heeft op 25 maart 2015 een verweerschrift ingediend, maar is niet verschenen tijdens de openbare terechtzitting op 9 juli 2015.
Het hof heeft vastgesteld dat op grond van artikel 99 van de Wet op het notarisambt (Wna) tegen de beslissing van de kamer geen rechtsmiddel openstaat. Dit artikel bepaalt dat de voorzitter van de kamer klachten kan afwijzen die kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond zijn, en dat tegen de beslissing van de kamer dat het verzet niet-ontvankelijk of ongegrond is, geen hoger beroep mogelijk is. Het hof heeft geen feiten of omstandigheden aangetroffen die zouden rechtvaardigen dat het hoger beroep toch ontvankelijk zou zijn.
Daarom heeft het hof klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 21 juli 2015.