ECLI:NL:GHAMS:2015:3039

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 juli 2015
Publicatiedatum
23 juli 2015
Zaaknummer
200.164.078-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid van klager tegen beslissing van de kamer voor het notariaat

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch. Klager had op 4 februari 2015 een beroepschrift ingediend tegen een eerdere beslissing van de kamer, waarin zijn verzet tegen een beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 13 augustus 2014 ongegrond was verklaard. De oud-notaris, tegen wie de klacht was ingediend, heeft op 25 maart 2015 een verweerschrift ingediend, maar is niet verschenen tijdens de openbare terechtzitting op 9 juli 2015.

Het hof heeft vastgesteld dat op grond van artikel 99 van de Wet op het notarisambt (Wna) tegen de beslissing van de kamer geen rechtsmiddel openstaat. Dit artikel bepaalt dat de voorzitter van de kamer klachten kan afwijzen die kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond zijn, en dat tegen de beslissing van de kamer dat het verzet niet-ontvankelijk of ongegrond is, geen hoger beroep mogelijk is. Het hof heeft geen feiten of omstandigheden aangetroffen die zouden rechtvaardigen dat het hoger beroep toch ontvankelijk zou zijn.

Daarom heeft het hof klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 21 juli 2015.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.164.078/01 NOT
nummer eerste aanleg : SHE/2014/46
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 21 juli 2015
inzake
[appellant] ,
wonend te [plaats] ,
appellant,
tegen
[geïntimeerde] ,
oud-notaris te [plaats] ,
geïntimeerde.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellant (hierna: klager) heeft op 4 februari 2015 een beroepschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort 's-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 19 januari 2015. Bij genoemde beslissing heeft de kamer het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 13 augustus 2014 ongegrond verklaard.
1.2.
Geïntimeerde (hierna: de oud-notaris) heeft op 25 maart 2015 een verweerschrift bij het hof ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 9 juli 2015. Klager is verschenen, vergezeld van [naam] . Beiden hebben het woord gevoerd. De oud-notaris is
- met voorafgaande berichtgeving - niet verschenen.

2.Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.Ontvankelijkheid

3.1.
Klager heeft bij brief van 4 juni 2014 bij de kamer een klacht ingediend tegen de oud-notaris en tegen notaris mr. [naam]. De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft bij afzonderlijke beslissingen van 13 augustus 2014 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Tegen die beslissingen heeft klager tijdig verzet ingesteld bij de kamer. Na onderzoek van de klacht heeft de kamer bij afzonderlijke beslissingen van 19 januari 2015 het verzet ongegrond verklaard.
3.2.
In het algemeen staat - op grond van het bepaalde in artikel 107 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) - tegen een beslissing van de kamer op een klacht het rechtsmiddel van hoger beroep bij dit hof open. Artikel 99 Wna bepaalt echter in de leden 5, 9 en 13 - verkort weergegeven en voor zover hier van belang - dat (i) de voorzitter van de kamer klachten die naar zijn oordeel kennelijk niet-ontvankelijk, dan wel kennelijk ongegrond of van onvoldoende gewicht zijn, kan afwijzen, (ii) tegen een dergelijke beslissing van de voorzitter verzet kan worden gedaan bij de kamer en (iii) tegen de beslissing van de kamer dat het verzet niet-ontvankelijk of ongegrond is, geen rechtsmiddel openstaat.
3.3.
Uit artikel 99 Wna volgt dat er geen rechtsmiddel, zoals hoger beroep, tegen de bestreden beslissing kan worden ingesteld. Feiten of omstandigheden die meebrengen dat het hof aan deze uitsluiting van hoger beroep voorbij zou moeten gaan, zijn gesteld noch gebleken. Het enkele feit dat klager de bestreden beslissing inhoudelijk onjuist acht, is daartoe niet voldoende. Dit brengt mee dat klager in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen.
3.4.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

Het hof verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, A.H.N. Stollenwerck en B.J.M. Gehlen en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2015 door de rolraadsheer.