ECLI:NL:GHAMS:2015:317
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met aanvulling van bewijsoverwegingen in strafzaak met cocaïne
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 februari 2013. De zaak betreft een strafzaak waarin de verdachte, geboren in de Dominicaanse Republiek, werd beschuldigd van het bezit van cocaïne. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een aanvulling op de gronden. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 januari 2015 heeft de raadsman van de verdachte zich aangesloten bij een verweer dat door de raadsvrouw van een medeverdachte was gevoerd, gericht op bewijsuitsluiting van bepaalde processen-verbaal. Dit verweer stelde dat de processen-verbaal waarin verslag is gedaan van het aantreffen van cocaïne in tassen, niet als bewijs mochten worden gebruikt. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van zodanige omissies of vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek die tot bewijsuitsluiting zouden moeten leiden. Het hof heeft de bewijsoverweging van de rechtbank aangevuld, maar is van mening dat de bewijsvoering voldoende is om de verdachte te veroordelen. De beslissing van het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, met inachtneming van de aangebrachte aanvullingen.