Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 353
€ 1.000
€ 965
€ 1.200-/-
Hof: in het proces-verbaal van de zitting van 25 februari 2015 abusievelijk aangemerkt als bezoeken aan de fysiotherapeut]
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
Hof: artikel 46, lid 3, aanhef en letter a, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964], indien die activiteiten onderdeel uitmaken van een complex van onderling samenhangende en op elkander afgestemde maatregelen, door middel waarvan op voorschrift van een arts en onder rechtstreeks toezicht of rechtstreekse begeleiding van een arts of andere medisch geschoolde hulpverlener wordt gepoogd de fysieke en psychische toestand van een patiënt tot de voor hem optimale graad op te voeren, dan wel die zo goed mogelijk in stand te houden. Indien aan de overige voorwaarden is voldaan, maar de activiteiten niet plaatsvinden onder rechtstreeks toezicht of rechtstreekse begeleiding van een (para)medicus, kunnen de uitgaven niettemin worden aangemerkt als uitgaven voor geneeskundige hulp, indien het gaat om therapeutische activiteiten onder omstandigheden waarin gezonde personen soortgelijke activiteiten niet plegen uit te oefenen.”