Uitspraak
mr. E. Baghery,kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. J.F.M. Heuvelmans, kantoorhoudende te Tilburg,
mr. R.C. de Molen
mr. T.S. Hoyer, beiden kantoorhoudende te Den Haag.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
voert managementwerkzaamheden uit met betrekking tot de te Veghel uitgeoefende onderneming van opdrachtgever(ABP, OK)
. De opdrachtnemer zal als directeur de feitelijke en dagelijkse leiding van de onderneming van de opdrachtgever uitoefenen.
De vergadering gaat in basis akkoord met het voorstel van de directie om opdracht te geven aan MBCF(Mazars Berenschot Corporate Finance, OK)
voor een opdracht tot het aanzoeken van een externe partij die het management ondersteuning kan bieden en (bij voorkeur) gecombineerd met een participatie in het aandelenkapitaal van [ABP].”
(…) It’s considered to be an act of tort from [Acadon], to access clients from ABP actively to convince them to quit business with ABP and to continue business with [Acadon].(…) Furthermore you must be aware that [Acadon] is one of the statutory directors of ABP, as such registered at the Chamber of Commerce in the Netherlands. From that position [Acadon] is obliged by law, to serve the interest of ABP,”
In de zomer van 2014 heb ik u vanuit mijn netwerk in contact gebracht [met] Mazars Berenschot Corporate Finance (MBCF). Doel was te bepalen of [ABP] een interessante partij zou kunnen zijn voor een overname. Dit om de continuïteit van de onderneming voor de langere termijn veilig te stellen. [Aan] [C] [is] gevraagd naar zijn standpunt hieromtrent. Telkenmale bleek dat alle vragen en conclusies die [ [C] ] opriep leidden tot het niet kunnen realiseren van een volgende stap in beide CF –trajecten”
Na jaren van voorspoed bleek dat de orderportefeuille aan het opdrogen was. Ook toen (weer) heeft u getracht de onderneming in veilige haven te (bege-)leiden door gesprekken aan te gaan met diverse marktpartijen om de continuïteit van de vennootschap veilig te stellen. Telkens weer stranden deze pogingen doordat die partijen afhaakten op basis van de juridische procedures en het ontbreken van bereidwilligheid voor een oplossing van [ [C] ].
3.De gronden van de beslissing
affiliate van Acadon te kunnen presenteren”, omdat “
Acadon geen belang in ABP had”. Volgens ABP gaf Acadon inhoud aan het bestuurderschap, terwijl Acadon heeft aangevoerd dat “v
an enig formeel of materieel bestuurderschap van Acadon bij ABP geen sprake” was. Verder verschillen partijen van mening of aan de inschrijving in het handelsregister van Acadon als bestuurder van ABP een benoemingsbesluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van ABP ten grondslag lag en of over de inschrijving als zodanig deugdelijk met de vergadering van aandeelhouders is gecommuniceerd. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is de gang van zaken rondom het bestuurderschap van Acadon afkeurenswaardig.