Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Cargill kon naast Zürich ook Poll uit onrechtmatige daad of als werkgever van de chauffeur van de oplegger tot schadevergoeding aanspreken. Daarnaast had Cargill de mogelijkheid een vordering tot schadevergoeding in te stellen tegen LAG als de producent van de ondeugdelijke trailer.
Het subsidiaire standpunt van Zurich luidt als volgt. Zürich heeft als WAM-verzekeraar de schade van Cargill vergoed. Daarmee is Zürich gesubrogeerd in de vorderingen tot schadevergoeding die haar verzekerde Poll op derden heeft. In dit geval heeft Cargill een hoofdelijke vordering tot schadevergoeding op Poll en LAG. De schade van Cargill is volledig door de uitkering van Zurich vergoed. Zurich kan daarom als gesubrogeerde verzekeraar de bijdragevordering van Poll jegens LAG instellen, maar is tevens op grond van artikel 6:12 BW gesubrogeerd in de rechten die de schuldeiser (in dit geval: Cargill) jegens een medeschuldenaar van Poll (in dit geval: LAG) heeft. Deze laatstgenoemde vordering van Cargill jegens LAG wil Zürich in dit geding geldend maken. Deze vordering heeft – als gezegd – een buitencontractuele grondslag en de Nederlandse rechter is bevoegd daarvan kennis te nemen, omdat het schadetoebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan, aldus nog steeds Zürich.