Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
2.Stukken van het geding
3.Feiten
Per 1 januari 2006 is [notaris B] , destijds nog als kandidaat-notaris, tot deze maatschap toegetreden. Klager droeg in belangrijke mate zorg voor de financiële aangelegenheden binnen de maatschap.
3 juli 2006 een hypotheekakte gepasseerd. [notaris B] is hierbij in persoon verschenen. De hypotheekakte luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
4.Standpunt van klager
[notaris] , op basis van (onder meer) een door (de persoonlijke vennootschap van) klager gegeven notariële hypotheekvolmacht. Op basis van deze volmacht kon hypotheek gevestigd worden tot zekerheid voor de schulden van klager. In de hypotheekakte van 3 juli 2006 is echter zekerheid verleend voor de schulden van [notaris B] .