ECLI:NL:GHAMS:2015:5007
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inzake inbeslagname en onderzoek aan smartphone in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 17 juni 2015. De verdachte, geboren in 1956 en thans gedetineerd in PI Flevoland, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om deze straf te bevestigen, gehonoreerd. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de inbeslagname van de smartphone en het daaropvolgende onderzoek onrechtmatig was, omdat dit inbreuk zou maken op het recht op privacy zoals gewaarborgd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij stelde dat de toegang tot de inhoud van communicatie en privé-informatie van de gebruiker niet voldoende wettelijk was onderbouwd en dat dit een ernstig vormverzuim opleverde, wat zou moeten leiden tot uitsluiting van het bewijs verkregen uit de smartphone.
Het hof overwoog dat artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) voldoende grondslag biedt voor de inbeslagname en het onderzoek aan de smartphone. Het hof stelde vast dat alle voorwerpen die kunnen bijdragen aan de waarheidsvinding vatbaar zijn voor inbeslagneming, en dat gegevens opgeslagen op computers, inclusief smartphones, daar niet van zijn uitgesloten. Het hof verwierp het verweer van de raadsman en bevestigde het vonnis van de rechtbank, met de aanvulling dat de gronden van het vonnis zijn aangevuld. De beslissing werd genomen in een openbare terechtzitting, waarbij de voorzitter en de griffier niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.