2.1.De rechtbank heeft in het vonnis waarvan beroep onder 2, 2.1 tot en met 2.13, een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Voor zover in de
grieven 1 en 2daartegen wordt opgekomen, zal het hof daarop hierna voor zover nodig nog terugkomen. Hier volstaat vast te stellen dat Koningshof (in grief 2) slechts overweging 2.8 als onjuist bestrijdt. Het hof zal daarom uitgaan van de onder 2.1 t/m 2.7 en onder 2.9 t/m 2.13 van het bestreden vonnis vermelde feiten. Aangevuld met een aantal feiten die overigens - als enerzijds gesteld anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd betwist - zijn komen vast te staan, stelt het hof de feiten als volgt vast.
a. Koningshof heeft op 12 november 2013 een recreatiewoning aan [geïntimeerde] verkocht voor een bedrag van € 246.840,- inclusief omzetbelasting. Het betrof een recreatiewoning gelegen op het park ‘Résidence Koningshof’ te Schoorl, gemeente Bergen. De levering van de recreatiewoning zou plaatsvinden op 15 december 2013. De koopovereenkomst is tot stand gekomen door tussenkomst van de recreatiemakelaar van Koningshof, [A] (hierna: [A] ).
b. De koopovereenkomst bevat een contractueel beding over de bedenktijd met de volgende inhoud:
“
De koper verklaart dat op de datum van ondertekening door hem van deze overeenkomst deze ook daadwerkelijk aan hem ter hand is gesteld inclusief de daarbij behorende algemene bepalingen. Gedurende drie werkdagen na deze terhandstelling heeft de koper, die een natuurlijk persoon is en niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf het recht om deze overeenkomst te ontbinden (bedenktijd). Als de datum van ontbinding geldt de datum waarop de koper de ontbindingsverklaring heeft uitgebracht.”
c. Artikel 5 lid 3 van de koopovereenkomst luidt:
“
Koper is voornemens het Verkochte als volgt te gebruiken voor recreatief gebruik of als beleggingsobject voor de verhuur.”
d. In artikel 16 van de koopovereenkomst is een verhuurbepaling opgenomen die de koper verplicht de verhuur te laten plaatsvinden door bemiddeling van de door Koningshof daartoe aangewezen verhuurbemiddelingsorganisatie.
e. Bij brief aan Koningshof van 15 november 2013 heeft [geïntimeerde] de koopovereenkomst ontbonden. Hij heeft in die brief, voor zover hier van belang, geschreven:
“
Hierbij maken wij gebruik van ons recht om af te zien van de koop van de recreatiewoning (…). Wij maken gebruik van de bepaling in de koopovereenkomst (en de wet) waarin een bedenktijd van 3 dagen is opgenomen.
De reden is dat wij een koopbedrag van € 204.000 v.o.n. zijn overeengekomen en dat in de koopovereenkomst de BTW wordt opgenomen in het aankoopbedrag. Dit maakt dat het aankoopbedrag van € 204.000,- naar € 246.840,- is gegaan. Omdat het nu voor ons onduidelijk is of wij een redelijke prijs voor de woning betalen die marktconform is, zien wij voorlopig af van de koop van de woning. Omdat we nog niet precies weten hoe het met de BTW werkt is dit voor ons de enige optie om tijd te winnen voor een afgewogen besluit, en rest ons niets anders dan gebruik te maken van onze bedenktijd. (…)”
f. In een e-mail van 18 november 2013 heeft [geïntimeerde] [A] geschreven:
“Z
oals telefonisch toegelicht, en ook met de Notaris ( [B] ) besproken.
Om zo snel mogelijk tot overeenstemming te komen zouden wij graag in ieder geval de volgende zaken in het contract opgenomen zien:
• Prijs is 204.000 excl. BTW, waarbij geopteerd wordt voor BTW belaste levering waarbij koper meer dan 90% van de tijd verhuurt
• Voorwaarde hierbij is dat koper als privépersoon een BTW nummer voor de verhuur krijgen
• Indien koper de BTW niet kan terugvragen zal verkoper de hieruit voortvloeiende schade betalen. Dit kan veroorzaakt worden door de volgende aspecten (niet uitputtend): (…)
Mocht ik nog wat aanvullingen hebben laat ik je dat zo snel mogelijk weten.”
g. Koningshof heeft de e-mail van [geïntimeerde] van 18 november 2013 voorgelegd aan [C] van accountants- en belastingadvieskantoor Equus, die per e-mail van 19 november 2013 het volgende aan Koningshof liet weten:
“
Ik zou in het contract opnemen:
Verkoper en koper worden aangemerkt als ondernemer voor de BTW.
Hierbij komen verkoper en koper overeen dat [..] er geopteerd wordt voor een met BTW belaste levering. Koper gaat het onroerend goed verhuren in het kader van het vakantie bestedingsbedrijf.
Of: verkoper heeft de woning langdurig geëxploiteerd. Koper geeft aan de woning te gaan verhuren in het kader van het vakantie bestedingsbedrijf. Levering van het onroerend goed vindt plaats op basis van artikel 37d wet omzetbelasting 1968
Als een privé persoon een vakantiewoning koopt t.b.v. van de verhuur, dan wordt deze als BTW ondernemer aangemerkt, eventueel kunnen wij dit voor hem regelen.”
h. Bij e-mail van 21 november 2013 is namens Koningshof aan [geïntimeerde] geschreven:
“
In navolging van ons gesprek deel ik U mede dat indien beide partijen opteren voor belaste levering en koper als ondernemer voor de BTW wordt aangemerkt (eisen belastingdienst hem bekend zijnde), de door koper te betalen en terug te ontvangen omzetbelasting in de aangifte omzetbelasting door de koper aangegeven wordt. De BTW wordt dan verlegd naar de koper. Koper draagt de omzetbelasting voor de verkoper af en vraagt deze omzetbelasting op dezelfde aangifte weer terug. Dus bij passering betaalt u het netto bedrag voor de recreatiewoning aan de verkoper. Koper is voor de periode van 10 jaar BTW ondernemer voor de recreatiewoning. Over de huur betaalt u momenteel 6% BTW, de btw op de kosten (parkbijdrage, vervanging inventaris, accountant, etc.) zijn aftrekbaar. (…) Met de huidige wetgeving kunt u na 10 jaar de recreatiewoning vrij van BTW verkopen. Zoals besproken biedt accountantskantoor Equus haar dienstverlening hierin aan, zodat u dit ook door hun kant kunt laten verzorgen. (…)”
i. In een e-mail van 25 november 2013 heeft [A] aan [geïntimeerde] geschreven:
“
In aansluiting op ons telefoongesprek van zojuist het volgende ;
ik ga nu tempo maken om de levering in december te waarborgen (conform overeenkomst ), zodat je geen risico loopt dat de fiscus het pas in januari 2015 in behandeling neemt.Jij stuurt mij z.s.m. de vragen m.b.t. de verhuurovereenkomst derhalve ik dit kan opnemen met
Topparkenvakanties, overigens staat dat los van de levering, maar dan is dat maar klaar. Specifiek punt is dat er niet langer dan 6 maanden aan dezelfde huurder verhuurt zal worden. Zie graag zsm je mail tegemoet.”
j. Op 25 november 2013 schrijft [geïntimeerde] een e-mail aan [A] waarin hij vraagt om opneming van een aantal specifieke bepalingen in de overeenkomst en hij antwoordt per separate e-mail:
“
Helemaal prima/accoord.
De mail zou ondertussen al bij je binnen moeten zijn (...)”.
k. Op 27 november heeft de notaris van [geïntimeerde] een ingevulde vragenlijst inzake
de aankoop en een kopie van zijn paspoort en het samenlevingscontract ontvangen.
l. Bij e-mail van 29 november 2013 laat [geïntimeerde] aan [A] weten dat hij samen
met zijn geregistreerd partner heeft besloten om de onderhandelingen over eventuele aankoop van de woning te stoppen. [geïntimeerde] schrijft:
“(…)
We hadden al afgezien van de aankoop op 12 november 2013 door binnen de
bedenktijd van drie dagen de koopovereenkomst te laten ontbinden. Een nieuwe
koopovereenkomst aangaan is voor ons geen optie meer.
De belangrijkste reden is dat wij geen goed gevoel meer hebben bij het een en ander. Het gedoe dat de laatste weken ontstaan is rond de BTW en het verhuurcontract geven ons niet meer het vertrouwen dat we dit moeten doorzetten.
(...). Het feit dat het verhuurcontract in wezen in beton gegoten is heeft de emmer doen overlopen.”
m. Koningshof heeft [geïntimeerde] bij brief van 3 januari 2014 gesommeerd volledige medewerking te verlenen aan de verdere afwikkeling van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst door met de notaris een afspraak te maken over het passeren van een (leverings)akte en aangezegd dat bij gebreke daarvan aanspraak wordt gemaakt op de contractuele boete van 10% van de koopsom. [geïntimeerde] heeft geen gehoor gegeven aan deze sommatie.
n. Bij brief van 13 februari 2015 heeft Koningshof [geïntimeerde] meegedeeld dat zij de recreatiewoning inmiddels aan een derde heeft verkocht en de koopovereenkomst met hem ontbindt en in plaats van nakoming aanspraak maakt op de contractuele boete van 10% van de koopsom ad € 24.684,-, een schadeloosstelling en de proceskosten in beide instanties.