ECLI:NL:GHAMS:2015:5259
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- D. Kingma
- C.M. Aarts
- R.J.F. Thiessen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over ontbindende voorwaarde in arbeidsovereenkomst met taaltoets
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door de appellanten is ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De appellanten, die als uitzendkrachten werkzaam waren bij [X] B.V., hebben een arbeidsovereenkomst aangeboden gekregen die onderhevig was aan een ontbindende voorwaarde met betrekking tot het beheersen van de Nederlandse taal. De arbeidsovereenkomst, die inging op 16 juni 2014, vereiste dat de medewerkers de Nederlandse taal op niveau A2 moesten beheersen, met een eindtoets die uiterlijk op 15 januari 2015 behaald moest worden. De appellanten hebben de taalcursus gevolgd, maar zijn er niet in geslaagd de toets te behalen, waarna [X] hen heeft meegedeeld dat hun arbeidsovereenkomst per 15 januari 2015 eindigde.
De appellanten hebben in eerste aanleg gevorderd om hen weer tot hun werk toe te laten, maar de kantonrechter heeft deze vordering afgewezen. In hoger beroep hebben de appellanten aangevoerd dat de bepalingen in de arbeidsovereenkomst in strijd zijn met de afspraken met de vakbonden en dat de ontbindende voorwaarde in strijd is met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Het hof heeft echter geoordeeld dat de bepalingen in de arbeidsovereenkomst niet in strijd zijn met de afspraken met de vakbonden en dat de ontbindende voorwaarde niet in strijd is met het ontslagrecht. Het hof heeft de grieven van de appellanten verworpen en het bestreden vonnis bekrachtigd, waarbij de appellanten zijn veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.