ECLI:NL:GHAMS:2015:5322
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.M. Aarts
- C. Uriot
- H.J.M. Boukema
- Rechtspraak.nl
Causaal verband tussen onrechtmatige beslaglegging door de Ontvanger en gestelde schade
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellante] en de Ontvanger van de Belastingdienst. [appellante] was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin haar vorderingen tegen de Ontvanger waren afgewezen. De zaak draait om de vraag of de Ontvanger onrechtmatig heeft gehandeld door beslag te leggen op onroerende zaken van [appellante] en haar echtgenoot [A] in verband met belastingschulden van laatstgenoemde. Het hof heeft vastgesteld dat de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld, niet in geschil zijn en dienen als uitgangspunt voor de beoordeling. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Ontvanger gerechtigd was om beslag te leggen, maar [appellante] betwistte de causaliteit tussen het beslag en de door haar gestelde schade. Het hof oordeelde dat de beslaglegging op het aandeel van [appellante] in het pand onrechtmatig was, maar dat er onvoldoende bewijs was dat deze onrechtmatige handeling direct had geleid tot de door [appellante] gestelde schade. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van [appellante] af, waarbij het ook de proceskosten voor haar rekening stelde.