Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord;
- akte overlegging productie zijdens [appellant] .
2.De feiten
3.De beoordeling
of geacht wordt achterwege te zijn gebleven”in de tekst in bedoeld reglement die ziet op de beroepstermijn: het beroep dient ingediend te zijn binnen zes weken na de dag waarop de beslissing is genomen of geacht wordt achterwege te zijn gebleven. Wat er zij van dit betoog, zowel de uiterst korte beroepstermijn als de nadere definiëring daarvan in bedoeld reglement maakt dat ABN AMRO voor een geslaagd beroep op het arbitraal beding [appellant] (uiterlijk) in april 2011 had moeten laten weten dat zij op de voet van voormelde bepaling uit de ISP-CAO besloten had de AMT per die maand niet langer te zullen uitkeren. Eerst dan had [appellant] kunnen begrijpen dat hij rekening diende te houden met het in die CAO vervatte arbitraal beding en de in dat verband geldende zeer korte beroepstermijn.