Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Het oordeel van de rechtbank
4.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
in de linkerbenedenhoek achter de achterruitzijn aangebracht, zodanig dat de voorzijde van de vergunning duidelijk ten genoegen van de parkeercontrole is te lezen, tenzij de vergunning elektronisch is verleend; […]
Het doel van deze verordening is het reguleren van het parkeren in Amsterdam.Voorschriften die daaraan gerelateerd zijn kunnen dan ook aan de vergunning worden verbonden.
Tijdens het parkeren moet de vergunning van aanvang af in het voertuig aanwezig zijn en te allen tijde goed zichtbaar zijn aangebracht. Dit geldt voor alle vergunningen. Indien geparkeerd wordt met een vergunning die niet permanent in de auto aanwezig is, zoals bij het parkeren met bijvoorbeeld een vergunning op code doorgaans het geval zal zijn, dient de vergunning eerst opgehaald te worden voordat met het parkeren een aanvang wordt gemaakt. Deze bepaling beoogt misbruik zoveel mogelijk te voorkomen. […]”
rechterbovenhoekvan de achterruit van mijn auto. Dit heb ik tijdens het zien van de naheffingsaanslag geconstateerd. Dit is direct te constateren omdat dan achter je voorruit een [naheffingsaanslag] wordt achtergelaten.”
duidelijk zichtbaar en leesbaar in het voertuig aanwezig dient te zijn, teneinde de parkeercontroleur kenbaar te maken dat er sprake is van parkeren met een parkeervergunning. Bij de verstrekking van de vergunning werd hier duidelijk op gewezen. Van deze GA-vergunning voor Passagiers kan door meerdere (in dit geval drie) voertuigen gebruik worden gemaakt, vandaar dat
de vergunning in het voertuig moet liggenop het moment van controle. Anders zouden deze voertuigen immers gelijktijdig gratis kunnen parkeren. Het achteraf tonen van een papieren vergunning wil niet zeggen dat deze vergunning op het moment van controle daadwerkelijk zichtbaar in het voertuig aanwezig was. […]
geen geldig betaalbewijs, zoals bijvoorbeeld een “gehandicaptenparkeervergunning voor passagiers”, te hebben aangetroffen.
niet in de auto ligt, is de parkeerbelasting niet betaald en wordt er een naheffingsaanslag opgelegd.”
- de vergunninghouder heeft onweersproken verklaard dat belanghebbende de Vergunning ten tijde van het parkeren ten behoeve van haar heeft gebruikt (zie 2.5);
- de andere twee personen die recht hebben om de Vergunning te gebruiken (zie onder 2.2 jo 2.4) hebben onweersproken verklaard dat zij de Vergunning op de bewuste tijdstippen niet hebben gebruikt;
- de onweersproken in 5.8 onder 20. weergegeven verklaring van belanghebbende, welke naar het Hof begrijpt inhoudt dat in de periode 2011 tot en met 2013 een parkeercontroleur tien keren - althans in een substantieel aantal gevallen - niet gezien heeft dat de parkeervergunning in de rechterbovenhoek van de auto was aangebracht;
- er sinds de elektronische verlening van de Vergunning in juli 2013 aan belanghebbende geen naheffingsaanslagen parkeerbelasting meer zijn opgelegd.
verschillendeparkeercontroleurs (zie rechtbankuitspraak onder 4) de Vergunning niet waargenomen hebben. Aangenomen kan immers worden dat ook de in 5.8 onder 20. bedoelde 10 naheffingsaanslagen parkeerbelastingen door
verschillendecontroleurs zijn opgelegd.
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslagen; en
- gelast de heffingsambtenaar aan belanghebbende het in (beroep en hoger beroep) betaalde griffierecht van in totaal € 296 (€ 174 + € 122) te vergoeden.