Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[X], voorheen handelende onder de naam C.H.I.N.-service te Heerhugowaard,
BeUp,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 14 april 2015, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen appellante [Y], in haar hoedanigheid van bewindvoerder van de meerderjarige die voorheen handelde onder de naam C.H.I.N.-service, en geïntimeerde Proximedia Nederland B.V. De kern van het geschil draait om de vraag of een schriftelijke opzegging de opdrachtneemster heeft bereikt. Het hof heeft vastgesteld dat niet is komen vast te staan dat de opzegging daadwerkelijk is ontvangen door Proximedia.
In het tussenarrest werd [Y] in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het verweer van Proximedia, die stelde de opzegbrief van 6 januari 2013 niet te hebben ontvangen. Het hof heeft overwogen dat als niet kan worden vastgesteld dat deze brief Proximedia heeft bereikt, het vonnis van de kantonrechter zal worden bekrachtigd. Het hof heeft ook geconstateerd dat [Y] geen akte heeft genomen op de rolzitting van 12 mei 2015, wat leidde tot verval van deze proceshandeling.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, sector kanton, van 23 april 2014 te bekrachtigen. [Y] werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 704,- aan verschotten en € 632,- aan salaris, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de meervoudige burgerlijke kamer van het hof.