2.1De kantonrechter heeft in de bestreden beslissing onder 2. een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daarover bestaat geen geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan. Die feiten behelzen, samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet (voldoende) betwist zijn komen vast te staan, het volgende.
a. [X] , honderd procent dochter van Post NL Pakketten Benelux B.V.,
is gespecialiseerd in het transporteren van waardevolle pakketzendingen.
b. [geïntimeerde] is op 2 april 2012 bij [X] in dienst getreden in de functie van loodsmedewerker. Zijn loon bedroeg laatstelijk € 2.120,39 bruto per maand.
c. Enkele dagen na 21 mei 2015 heeft een klant van [X] , [Y] B.V., [X] gemeld dat een zending, waarin zich goudstaven bevonden met een waarde van [waarde] ,-, die op 22 mei 2015 bezorgd had moeten worden niet was bezorgd. Het pakket was op 22 mei 2015 door een chauffeur van [X] bij [Y] B.V. opgehaald en gescand. Bij binnenkomst bij [X] is het pakket gescand door het geautomatiseerde Volume-, Gewicht- en Barcodescan-apparaat. Na deze geautomatiseerde scan worden pakketten naar de Telescoopband getransporteerd, waar een medewerker de grote en de kleine pakketten sorteert en zoveel mogelijk) met de handscan scant. [geïntimeerde] stond tijdens zijn dienst van 21 op 22 mei 2015 aan die band. De grotere pakketten worden gescand en naar de eerste verdieping getransporteerd. De kleinere pakketten worden ook gescand en vervolgens in een witte zak gedeponeerd. Als een witte zak vol is wordt deze op de transportband naar boven gezet. De grote en de kleine pakketten die niet bij de Telescoopband zijn gescand, worden (onder meer) op de eerste verdieping gescand. Naast [geïntimeerde] stond tijdens zijn werkzaamheden een bruine doos die voor afval werd gebruikt. Voordat hij met pauze ging heeft [geïntimeerde] om 19.53 uur de afvaldoos naar een andere ruimte gebracht waar al een paar stukken karton stonden. Om 20.16 uur heeft hij de doos en de stukken karton naar buiten gebracht waar hij deze in een afvalcontainer heeft gegooid. Om ongeveer 03.15 uur zijn [geïntimeerde] en zijn collega [A] (hierna: [A] ) in de auto van [geïntimeerde] vetrokken.
d. Op 1 juni 2015 hebben twee security medewerkers van Post NL in het kader van een onderzoek naar aanleiding van onregelmatigheden en vermissingen in het sorteerproces bij [X] met [geïntimeerde] gesproken. Van dat gesprek is een verslag opgemaakt dat is ondertekend door de security medewerkers. [geïntimeerde] heeft geweigerd het verslag te ondertekenen.
e. Na afloop van het op 1 juni 2015 gevoerde gesprek heeft [B] , manager operations, (hierna: [B] ), [geïntimeerde] tot nader order op non-actief gesteld. [X] heeft dit bij brief van 2 juni 2015 van haar direkteur, [E] , (hierna: [E] ), aan [geïntimeerde] bevestigd.
f. [B] heeft op 4 juni 2015 telefonisch contact opgenomen met [geïntimeerde] en hem ontslag op staande voet aangezegd.
g. [X] heeft het ontslag aan [geïntimeerde] bevestigd bij brief van 8 juni 2015 waarin zij onder meer schreef:
“(…)
In verband met 2 klachten van de klant Holland Gold en naar aanleiding
van onregelmatigheden en vermissingen van pakketten in het sorteerproces bij [X] Nederland B.V. hebben twee medewerkers van PostNL met u gesproken op 1 juni 2015. (…) Op de mededeling van de eerder genoemde specialisten van PostNL Security dat er op 21 en 22 mei 2015 afwijkingen in het proces op camerabeeld zijn geconstateerd heeft u verklaard dat u zich daarvan niet bewust bent, dat niet weet en u zich daarvan ook niets kan herinneren.
Op camerabeelden is echter te zien dat een postpakket niet op de gebruikelijke en conform de geldende sorteer- en scanprocedure door u wordt verwerkt. Op camerabeeld is te zien dat betreffend pakket midden in het proces en zonder dat daartoe enige aanleiding is door u apart wordt gelegd en niet in de daarvoor bestemde zak gegooid wordt. (…) Betreffend pakket wordt vervolgens door u in een afvaldoos gegooid wordt waarna deze afvaldoos (incl. het betreffende pakket) later op de avond door u naar de vuilcontainer buiten wordt gebracht. Vervolgens wordt dit pakket later door u uit deze vuilcontainer opgehaald en naar onze mening en overtuiging daarna overhandigd aan uw collega [A] die het pakket vervolgens in zijn rugtas stopt. Ook dit kunt u zich allemaal niet herinneren dan wel wordt dit door u ontkend. Naar vaste overtuiging van PostNL rijden jullie uiteindelijk gezamenlijk in een auto na afloop van jullie dienst naar huis met het betreffende pakket. Ditzelfde pakket werd daarna door de verzender als vermist en niet door de geadresseerde ontvangen, bij [X] Nederland opgegeven.
(…)
Ondanks uw ontkenning is PostNL van mening dat de camerabeelden zoals hiervoor beschreven echter voor zich spreken. PostNL is van mening dat deze beelden bewijzen dat u zich schuldig hebt gemaakt aan het zich niet houden aan de geldende (scan)procedures en het onttrekken van een postpakket aan het proces tijdens uw dienst van 21 op 22 mei 2015. PostNL is van mening dat u de verplichtingen die voortvloeien uit uw arbeidsovereenkomst ernstig hebt veronachtzaamd. Uw handelwijze is voor PostNL onacceptabel. Door uw handelwijze heeft u op grove wijze het vertrouwen dat PostNL in haar medewerkers stelt geschaad en heeft u de goede naam van PostNL in diskrediet gebracht. Bovengenoemde feiten leveren ieder voor zich danwel in onderlinge samenhang gezien een dringende reden op in de zin van artikel 7:678 BW.
PostNL bevestigt hierbij dan ook dat uw op non-actief (zie aangetekende brief dd 2 juni 2015) per 4 juni 2015 is opgeheven en het met u bestaande dienstverband op grond van (een) dringende reden(en) conform de artikelen 7:677 en 678 BW met onmiddellijke ingang te weten 4 juni 2015, is beëindigd, zoals u reeds op 4 juni 2015 door de heer [B] , manager operations [X] ) telefonisch is meegedeeld.
(…)”.
h. Bij brief van zijn gemachtigde van 11 juni 2015 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] de nietigheid van het ontslag ingeroepen, meegedeeld dat [geïntimeerde] zich beschikbaar hield voor het verrichten van de bedongen arbeid en namens [geïntimeerde] aanspraak gemaakt op doorbetaling van loon en emolumenten.
i. [X] heeft bij brief van 15 juni 2015 afwijzend geantwoord.
j. Bij het door [X] overgelegde arrest van 22 december 2015 heeft dit hof, met vernietiging van het door de kantonrechter op 17 september 2015 in kort geding gewezen vonnis, de vorderingen van [geïntimeerde] tot doorbetaling van loon c.a. en tot wedertewerkstelling afgewezen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
k. [geïntimeerde] heeft aan [X] inmiddels een dagvaarding uitgebracht waarmee hij een bodemprocedure heeft ingeleid.