Uitspraak
1.[A] ,
mr. L.J.M.G. Kunzeler, kantoorhoudende te Venlo,
mr. P.J.M van den Heuvel, kantoorhoudende te Eindhoven,
1.[C] ,
mr. P.J.M van den Heuvel,kantoorhoudende te Eindhoven.
Het verloop van het geding
- verzoekers met [A] en [B] ;
- verweerster met Beheersmaatschappij De Hoof Someren of de vennootschap;
- belanghebbende 1 met [C] ;
- belanghebbende 2 met [D] ;
- verweerster en belanghebbenden gezamenlijk met Beheersmaatschappij De Hoof Someren c.s.;
- De Hoof Someren Beheer B.V. met De Hoof Someren Beheer;
- De Hoof Groepsaccommodaties B.V. met De Hoof Groepsaccommodaties;
- stichting Stichting Toekomst De Hoof met Stichting Toekomst De Hoof.
- te verbieden dat op de algemene vergadering van aandeelhouders van 23 maart 2016 (i) een besluit wordt genomen tot verkoop en levering van de certificaten van aandelen in De Hoof Someren Beheer dan wel (ii) anderszins een besluit wordt genomen met onomkeerbare gevolgen voor de rechtspositie van [A] en [B] , althans
- te verbieden dat een genomen aandeelhoudersbesluit tot verkoop en levering van de certificaten van aandelen in De Hoof Someren Beheer zal worden uitgevoerd;
- [D] te schorsen als bestuurder van Beheersmaatschappij De Hoof Someren en een derde persoon te benoemen tot bestuurder van deze vennootschap, dan wel – mocht de Ondernemingskamer niet tot schorsing van [D] overgaan – naar de Ondernemingskamer verstaat, een tweede persoon te benoemen tot bestuurder met beslissende stem van Beheersmaatschappij De Hoof Someren, dan wel de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [D] zodanig te beperken dat deze de rechtspositie van [A] en [B] niet kan raken;
- het stemrecht van [D] op de aandelen in het kapitaal van Beheersmaatschappij De Hoof Someren te schorsen;
- dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht,
- te verbieden dat op de buitengewone vergadering van aandeelhouders van Beheersmaatschappij De Hoof Someren van 22 april 2016 (i) een besluit wordt genomen tot goedkeuring van de bepaling dat het vergaderrecht en/of stemrecht toekomt aan [D] als vruchtgebruiker van de aandelen in het kapitaal van Beheersmaatschappij De Hoof Someren (ii) een besluit wordt genomen tot - zakelijk weergegeven - bevestiging van de aandeelhoudersbesluiten van 5 april 2013 tot oprichting van de stichting Stichting Toekomst De Hoof en tot vervreemding van de aandelen die Beheersmaatschappij De Hoof Someren houdt in De Hoof Someren Beheer aan deze stichting, (iii) een besluit wordt genomen tot - zakelijk weergegeven - bevestiging van het aandeelhoudersbesluit van 19 mei 2015 tot het verlenen van een optierecht tot verkoop aan [C] van de certificaten van aandelen die Beheersmaatschappij De Hoof Someren houdt in De Hoof Someren Beheer, dan wel (iv) anderszins een besluit wordt genomen met onomkeerbare gevolgen voor de rechtspositie van [A] en [B] ;
- te verbieden dat een genomen aandeelhoudersbesluit tot verkoop en levering van de certificaten van aandelen in De Hoof Someren Beheer zal worden uitgevoerd;
- [D] te schorsen als bestuurder van Beheersmaatschappij De Hoof Someren en een derde persoon te benoemen tot bestuurder van deze vennootschap;
- het stemrecht van [D] op de aandelen in het kapitaal van Beheersmaatschappij De Hoof Someren te schorsen; dan wel
- een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht.
2.De feiten
Op aandelen kan vruchtgebruik worden gevestigd. Indien bij vestiging van het vruchtgebruik is bepaald dat het stemrecht toekomt aan de vruchtgebruiker, komt hem dit recht slechts toe indien (…) deze bepaling (…) is goedgekeurd door de Algemene vergadering van Aandeelhouders.” Artikel 7 bevat de volgende bepaling: “
In geval een of meer aandelen tot een gemeenschap behoren kunnen de deelgenoten zich slechts door een door hen aan te wijzen persoon tegenover de vennootschap doen vertegenwoordigen.”
3.De gronden van de beslissing
de deelgenoten zich slechts door een door hen aan te wijzen persoon tegenover de vennootschap (kunnen) doen vertegenwoordigen” kan niet zo worden uitgelegd dat deze in de weg zou staan aan die enquêtebevoegdheid voor het geval de gerechtigden in de onverdeelde gemeenschap van bloot eigendom van de aandelen (waaronder ook [C] ), op dit punt niet tot overeenstemming zouden kunnen komen. Overige door Beheersmaatschappij De Hoof Someren c.s. aangevoerde argumenten kunnen evenmin leiden tot niet ontvankelijkheid van verzoekers in hun verzoek. De stelling dat verzoekers zich niet proactief hebben opgesteld kan slechts worden betrokken bij een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Datzelfde geldt voor de beoordeling van hun belang bij de inhoud van de besluitvorming ten aanzien van certificering en de optieovereenkomsten. De stelling dat de bezwarenbrief van 15 maart 2016 te laat is uitgebracht in het licht van het verzoekschrift van 18 maart 2016, wordt eveneens door de Ondernemingskamer verworpen. Die tijd is objectief gezien kort, maar is gezien de oproep voor de algemene vergadering van aandeelhouders van 23 maart 2016 (zie hierboven onder 2.18) te billijken, zodat aan het voorschrift van artikel 2:349 BW is voldaan.