3.5.Met de grieven X tot en met XIX komt [X] Vastgoed op tegen de oordelen die de kantonrechter heeft gegeven over een aantal specifieke herstelpunten. De grieven komen er op neer dat [X] Vastgoed meent dat de kantonrechter ten onrechte de betreffende (schade-) posten heeft afgewezen. Het hof zal hierna deze herstelpunten aanduiden met het nummer van de grief en daarbij op de stellingen van [X] Vastgoed ingaan. Het hof zal hierbij naast het opleveringsrapport van 26 maart 2013 en de waarnemingen van de kantonrechter ter comparitie ook het inspectierapport uit 2008 (jaar van aanvang huurovereenkomst) betrekken, waarbij het hof wel opmerkt dat dit rapport betrekkelijk vaag is en derhalve weinig houvast biedt.
3.5.1.Grief X (werkplaatsvloer): het hof neemt de waarnemingen van de kantonrechter ter comparitie/plaatsopneming tot uitgangspunt. Weliswaar stelt [X] Vastgoed terecht dat het eindvonnis niet is gewezen door de rechter die ook de comparitie heeft geleid en bij de aansluitende plaatsopneming het gehuurde heeft bezichtigd, maar dat gegeven brengt niet mee dat getwijfeld moet worden aan de juistheid van de waarnemingen zoals die door laatstgenoemde rechter in het proces-verbaal van de comparitie/plaatsopneming zijn vastgelegd. [X] Vastgoed heeft tegenover deze waarnemingen onvoldoende aangevoerd. Voor zover zij stelt dat de werkplaatsvloer niet vloeistofdicht is, heeft zij die stelling niet voldoende toegelicht en bovendien heeft zij onvoldoende gesteld om te concluderen dat, indien de vloer niet vloeistofdicht zou zijn, Primus daarvan een verwijt kan worden gemaakt. De grief faalt.
3.5.2.Grief XI (groepenkast): ook in hoger beroep licht [X] Vastgoed niet toe wat er aan de groepenkast zou mankeren. [X] Vastgoed stelt nog dat de deur beschadigd is, maar gaat er daarmee aan voorbij dat, zoals Primus terecht stelt, ter zake van de deur in het opleveringsrapport van 26 maart 2013 niet is vermeld dat deze gerepareerd diende te worden. De grief faalt.
3.5.3.Grief XII (alarminstallatie/airco/CV/dakventilatoren): voor zover [X] Vastgoed zich beroept op de vaststellingen uit het rapport van 27 april 2013 kan haar dit niet baten, gelet op het onder 3.3 overwogene. Voor het overige heeft [X] Vastgoed, gelet op hetgeen Primus hierover in eerste aanleg en in hoger beroep heeft gesteld, onvoldoende concrete toelichting op haar bezwaren verschaft. De grief faalt.
3.5.4.Grief XIII (toiletgroep): [X] Vastgoed beroept zich – zoals hiervoor onder 3.3 overwogen: tevergeefs - op het rapport van 17 april 2013. [X] Vastgoed beroept zich voorts op onjuiste waarneming door de kantonrechter. Ook dit beroep slaagt niet omdat het hof, als hiervoor onder 3.5.1 overwogen, geen aanleiding heeft te twijfelen aan de juistheid van de waarnemingen van de kantonrechter. De grief faalt.
3.5.5.Grief XIV (leidingwerk/CV/voetjes radiatoren): [X] Vastgoed bestrijdt wel het oordeel van de kantonrechter maar geeft daarbij ontoereikende toelichting. De grief faalt.
3.5.6.Grief XV (beschadiging wanden): [X] Vastgoed verwijst ter onderbouwing naar het rapport van 17 april 2014. Voldoende aanvullende toelichting ontbreekt. De grief faalt.
3.5.7.Grief XVI (schilderwerk): voor zover [X] Vastgoed ook in het kader van deze grief de waarneming van de kantonrechter bestrijdt, verwijst het hof naar hetgeen daarover hierboven is overwogen. Voor zover [X] Vastgoed overigens stelt dat het pand niet verkeerde in de staat waarin het aan Primus was opgeleverd, gaat zij eraan voorbij dat zij normale slijtage en veroudering dient te aanvaarden. Dat er abnormale slijtage of veroudering was, is gesteld noch gebleken. De grief faalt.
3.5.8.Grief XVII (verzakkingen straatwerk): ook in hoger beroep kan niet worden geconcludeerd dat de verzakkingen die door de kantonrechter zijn geconstateerd te wijten zijn aan Primus. Dat er met zwaar materieel zou zijn gereden wordt door Primus bestreden en dat de verzakking zou zijn ontstaan door gestort puin, is wel gesteld maar onvoldoende toegelicht. Voor zover [X] Vastgoed verwijst naar het rapport van 17 april 2013, geldt hetgeen het hof hiervoor over dat rapport heeft overwogen. De grief faalt.
3.5.9.Grief XVIII (gevelbeplating): het hof volgt de waarneming door de kantonrechter en concludeert dat de gevelbeplating slechts op enkele plaatsen is beschadigd. De kantonrechter heeft mede onder verwijzing naar zijn eigen waarneming toegelicht waarom het rapport van BKD op dit punt niet wordt gevolgd. In hoger beroep heeft [X] Vastgoed onvoldoende toelichting gegeven om tot een andere beoordeling te komen. De grief faalt.
3.5.10.Grief XIX (put schaarlift): in het rapport van 26 maart 2013 is opgenomen dat de put van de schaarlift moet worden opgevuld met straatstenen. De kantonrechter heeft overwogen dat bij zijn bezichtiging sprake was van opvulling met straatstenen, zodat er geen aanleiding was tot een veroordeling van Primus op dit onderdeel. In hoger beroep stelt [X] Vastgoed dat de wijze waarop de werkzaamheden door Primus zijn uitgevoerd niet goed is. Die stelling wordt door [X] Vastgoed echter onvoldoende toegelicht en onderbouwd. De grief faalt.