ECLI:NL:GHAMS:2016:2339
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- C.H.M. van Altena
- C.P. Boodt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kamer voor het notariaat inzake klacht tegen notarissen
In deze zaak heeft klaagster op 21 december 2015 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, die op 12 november 2015 haar klacht tegen twee notarissen ongegrond verklaarde. Klaagster heeft op 9 februari 2016 een aanvullend beroepschrift ingediend en op 15 februari 2016 aanvullende gronden en producties ingediend. Het hof heeft op 31 maart 2016 de zaak behandeld, waarbij klaagster aanwezig was en het woord voerde, terwijl de notarissen niet verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van de eerste instantie en de aanvullende stukken van klaagster.
Het hof heeft vastgesteld dat klaagster een afschrift van de beslissing van de kamer op 12 november 2015 heeft ontvangen en dat het hoger beroep binnen dertig dagen na verzending van deze brief ingesteld diende te worden. De beroepstermijn eindigde op 14 december 2015, maar het beroepschrift van klaagster is pas op 21 december 2015 ingekomen, wat betekent dat het niet tijdig is ingediend. Klaagster heeft aangevoerd dat zij dacht dat de appeltermijn zes weken was en dat zij vaak in Engeland verblijft, maar het hof oordeelt dat deze omstandigheden onvoldoende zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
Daarom heeft het hof geoordeeld dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 juni 2016 door de rolraadsheer.