Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013.
2.2. Tussen partijen vaststaande feiten
taxateurreageert hierop: Maar dat zou betekenen dat de kapitalisatiefactor omhoog gaat.
heffingsambtenaar: Er is geknipt en geplakt in de berekening. Ik heb inderdaad een fout gemaakt. Maar uiteindelijk kom je op hetzelfde uit omdat bij het vergelijkingsobject [adres 3] dezelfde fout wordt gemaakt. De berekeningen als zodanig zijn onjuist; die kan je weggooien.”
3.Geschil in hoger beroep
4.4. Beoordeling van het geschil
Het Hof merkt nog op dat dit niet geldt voor de proceskosten in bezwaar. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is immers voor vergoeding van kosten van het bezwaar geen plaats indien het bestreden (primaire) besluit niet wordt herroepen, en deze bepaling werkt ingevolge artikel 8:75, eerste lid, tweede volzin, van die wet door in de beslissing van de rechter met betrekking tot de kosten van het bezwaar. Aangezien geen sprake is van een herroepen (of vernietigd) primair besluit, kon de rechtbank niet toekomen aan een veroordeling van de heffingsambtenaar in de kosten van het bezwaar en heeft zij het beroep tegen de uitspraak op bezwaar – ook in zoverre – terecht ongegrond verklaard.
5.Kosten
6.6. Beslissing
vergoeden van) proceskosten en griffierecht;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van een kostenvergoeding van € 1.984 aan
belanghebbende,en
bij de rechtbank) en € 497 (hoger beroep bij het Hof), in totaal € 815, te vergoeden.