ECLI:NL:GHAMS:2016:2960
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.M. Aarts
- G.C. Boot
- E. Verhulp
- Rechtspraak.nl
Discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij variabele beloning en de gevolgen voor de werknemer
In deze zaak gaat het om de discretionaire bevoegdheid van de werkgever, Connexxion Openbaar Vervoer N.V., om een variabele beloning aan een werknemer, [appellant], niet toe te kennen. [appellant] is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter, waarin zijn vorderingen tot toekenning van een variabele beloning over het jaar 2012 zijn afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat Connexxion de bevoegdheid heeft om de variabele beloning vast te stellen op nihil, gezien de achterblijvende financiële resultaten en het verlies van concessies. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat het toekennen van een variabele beloning geen vast onderdeel van het salaris is en dat de werkgever gebruik kan maken van zijn discretionaire bevoegdheid, mits dit niet in strijd is met goed werkgeverschap.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [appellant] is op 1 augustus 1995 in dienst getreden bij Connexxion en heeft gedurende zijn dienstverband een variabele beloning ontvangen. In de Regeling Variabele Beloning 2012 is bepaald dat de ExCom van Connexxion de bevoegdheid heeft om af te wijken van de variabele beloning. In 2012 heeft Connexxion besloten om geen variabele beloning toe te kennen, wat [appellant] betwist. Hij stelt dat hij recht heeft op deze beloning op basis van de Regeling en dat Connexxion in strijd met goed werkgeverschap handelt.
Het hof oordeelt dat de Regeling niet garandeert dat er altijd een variabele beloning zal worden toegekend en dat Connexxion de discretionaire bevoegdheid heeft om deze beloning niet toe te kennen, gezien de financiële situatie van het bedrijf. De grieven van [appellant] worden verworpen en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep wordt veroordeeld.