ECLI:NL:GHAMS:2016:3205
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en perspectief van minderjarige in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar kinderen [kind a] en [kind b]. De moeder is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin het ouderlijk gezag over [kind a] en [kind b] is beëindigd en de GI tot voogd is benoemd. De moeder heeft aangevoerd dat er geen stabiele opvoedingssituatie voor [kind a] is en dat haar gezag niet beëindigd dient te worden zolang er geen perspectief biedend pleeggezin is gevonden. Het hof heeft de zaak aangehouden in afwachting van nadere informatie over het perspectief van de minderjarige. Het hof oordeelt dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [kind a] te dragen, gezien de ernstige hechtings- en gedragsproblemen van het kind en de onduidelijkheid over de opvoedingssituatie. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geconcludeerd dat een gezagsbeëindigende maatregel noodzakelijk is, gezien de bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen. Het hof heeft besloten om de behandeling van de zaak voort te zetten op 2 februari 2017, om te bezien of er stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie van [kind a] is.