ECLI:NL:GHAMS:2016:3337
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.L.D. Akkaya
- M.A. Goslings
- E.A.G.M. Waaijers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering op basis van onvoldoende goeder trouw en onduidelijkheid over schulden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [X] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Het verzoek was eerder door de rechtbank Amsterdam afgewezen op 25 april 2016. [X] heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat zij te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan van haar schulden, die voornamelijk voortvloeien uit terugvorderingen van de belastingdienst en een vordering van kinderopvangorganisatie Kidtopia. Tijdens de zitting op 28 juni 2016 heeft [X] haar standpunt toegelicht, maar het hof oordeelde dat zij niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij te goeder trouw was. Het hof constateerde dat [X] een aanzienlijke schuld had laten ontstaan aan de belastingdienst en Kidtopia, zonder dat zij de oorzaak van deze schulden adequaat had onderbouwd. Bovendien had zij geen bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van de belastingdienst, wat haar standpunt ondermijnde. Het hof concludeerde dat de omstandigheden niet rechtvaardigden dat [X] met een beroep op de hardheidsclausule tot de schuldsaneringsregeling werd toegelaten. De inspanningen die [X] had geleverd om haar leven op orde te krijgen, werden als onvoldoende bestendig beschouwd. Het hof bekrachtigde daarom het vonnis van de rechtbank, waarmee het verzoek tot schuldsanering werd afgewezen.