ECLI:NL:GHAMS:2016:351
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- A.N. van de Beek
- P.J.W.M. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Opheffing van ondertoezichtstelling en gesloten jeugdhulp in het kader van de Jeugdwet
In deze zaak gaat het om de opheffing van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, die door de kinderrechter was opgelegd. De ouders, appellanten in hoger beroep, zijn in beroep gegaan tegen de beschikking van de kinderrechter van 18 augustus 2015, waarin de ondertoezichtstelling van hun zoon werd verlengd. De ouders betogen dat zij in staat zijn om de noodzakelijke hulpverlening voor hun zoon binnen een vrijwillig kader te organiseren en dat de gronden voor ondertoezichtstelling niet meer aanwezig zijn. De Raad voor de Kinderbescherming, als geïntimeerde, verzoekt de ondertoezichtstelling te handhaven, gezien de complexiteit van de problematiek van de minderjarige en de overbelasting van de moeder. Tijdens de zitting blijkt dat de minderjarige een positieve ontwikkeling doormaakt en dat de ouders intensief betrokken zijn bij de hulpverlening. Het hof oordeelt dat de zorg die noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige niet door de ouders onvoldoende wordt geaccepteerd. Daarom wordt de ondertoezichtstelling opgeheven, maar met de voorwaarde dat de gemeente verantwoordelijk blijft voor de jeugdhulpverlening. De beslissing van het hof is dat de ondertoezichtstelling met ingang van 18 februari 2016 wordt opgeheven, maar dat de huidige machtiging gesloten jeugdhulp moet worden verlengd.