In deze zaak vordert de dochter, [geïntimeerde], van haar moeder, [appellante], de afgifte van een bruidsschat die haar tijdens haar huwelijk in Turkije is geschonken. De dochter heeft de sieraden, waaronder gouden armbanden en een set met een ketting, aan haar moeder in bewaring gegeven. Na een gedwongen vertrek uit het huis van haar moeder, weigert de moeder de sieraden terug te geven. De dochter heeft in hoger beroep de veroordeling van haar moeder tot afgifte van de bruidsschat gevorderd, of in plaats daarvan een schadevergoeding van € 20.000. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis vastgesteld dat de dochter de bruidsschat ter bewaring heeft afgegeven, maar de moeder betwist dit. Het hof heeft de moeder toegelaten tot het leveren van tegenbewijs en een getuigenverhoor gelast. De zaak is aangehouden in afwachting van de uitkomst van dit getuigenverhoor.