ECLI:NL:GHAMS:2016:3679

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2016
Publicatiedatum
12 september 2016
Zaaknummer
23-004961-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van lokfiets in vereniging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Polen, was beschuldigd van diefstal in vereniging van een lokfiets, die op 30 september 2015 was gestolen in Medemblik. De verdachte had samen met een medeverdachte de fiets weggenomen, die toebehoorde aan de politie Noord-Holland. Tijdens de zitting in hoger beroep op 25 augustus 2016 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de verdachte niet de intentie had om de fiets te stelen en dat hij slechts de medeverdachte had geholpen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de verdachte tegenstrijdig waren en dat er voldoende bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 en subsidiair zes dagen hechtenis. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, waarbij het hof heeft benadrukt dat diefstal van fietsen een ergerlijk feit is dat schade en overlast veroorzaakt.

Uitspraak

parketnummer: 23-004961-15
datum uitspraak: 8 september 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 december 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-198078-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1989,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
25 augustus 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 september 2015 in de gemeente Medemblik tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Gazelle, type Orange), die stond gestald op of aan de Reigerweg te Abbekerk, geheel of ten dele toebehorende aan de politie Noord-Holland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Gevoerde verweren

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep –kortgezegd- aangevoerd dat medeverdachte [medeverdachte] de verdachte heeft opgebeld in aangeschoten toestand en hem heeft gevraagd zijn fiets op te halen.
De verdachte heeft [medeverdachte] opgehaald en hij is met laatstgenoemde naar de plek gegaan de fiets stond.
Op die plek waren mensen, het was daar levendig: geen plek om een fiets te stelen. De verdachte had dat oogmerk dan ook niet.
[medeverdachte] heeft de fiets ingeladen en de verdachte zat nietsvermoedend achter het stuur. Hij heeft wel de helpende hand geboden door aan het voorwiel van de fiets te trekken maar dat is niet meer dan logisch.
Vervolgens is men teruggereden naar de plek waar [medeverdachte] woont, alwaar de politie ter plaatse is gekomen.
De verdachte heeft een aannemelijk verhaal en had niet de intentie tot het medeplegen van diefstal, aldus de raadsman.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op donderdag 1 oktober 2015 omstreeks 00:05 uur is de lokfiets te Abbekerk gestolen. De verbalisanten troffen de verdachte en de medeverdachte om 00:20 uur bij de kort tevoren weggenomen lokfiets elders aan.
Het ter zitting door de verdediging geschetste scenario is niet aannemelijk geworden, gelet op de tegenstrijdige verklaringen van de verdachte over hetgeen die avond is voorgevallen.
De verdachte heeft eerst verklaard dat hij bij een vriend een sigaret heeft gerookt, dat zij nergens heen zijn geweest en dat zij geen fiets op hebben gehaald. Vervolgens heeft de verdachte verklaard dat hij op aandringen van medeverdachte [medeverdachte] en met hem samen een fiets heeft opgehaald, hetgeen met elkaar in tegenspraak is.
Daarnaast acht het hof het onaannemelijk dat de verdachte, na een telefoontje, bereid zou zijn midden in de nacht een vriend in aangeschoten toestand te helpen waarbij een op slot staande en onbeschadigde fiets in een auto zou zijn getild zonder dat de verdachte hierbij enige argwaan zou koesteren.
Het verweer wordt derhalve verworpen. Gelet op het voorgaande in samenhang met de te bezigen bewijsmiddelen acht het hof dan ook bewezen dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 september 2015 in de gemeente Medemblik tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Gazelle, type Orange), die stond gestald aan de Reigerweg te Abbekerk toebehorende aan de politie Noord-Holland.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete van € 300,00, subsidiair zes dagen hechtenis.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een door de politie ingezette lokfiets. Diefstal van fietsen is een ergerlijk feit waarmee schade en overlast aan de gedupeerden wordt veroorzaakt.
Door te handelen als hij heeft gedaan heeft de verdachte geen respect betoond voor andermans goed.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. M.M.H.P. Houben en mr. F.M.D. Aardema, in tegenwoordigheid van G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 september 2016.
Mr. A.D.R.M. Boumans en mr. M.M.H.P. Houben zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.