beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.191.446/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 september 2016
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NB HOLDING B.V.,
gevestigd te Brielle,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NB CONSTRUCTION SERVICES B.V.,
gevestigd te Botlek-Rotterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. R.F. Hofstedeen
mr. I.J.A. Tax, kantoorhoudende te Rotterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NB HOLDING B.V.,
gevestigd te Brielle,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NB CONSTRUCTION SERVICES B.V.,
gevestigd te Botlek-Rotterdam,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. E.J. Bink, kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. E.J. Bink, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen verzoeksters hierna gezamenlijk worden aangeduid als [A] c.s. Afzonderlijk zal verzoekster sub 1 worden aangeduid met [A] , NB Holding B.V. met NB Holding, en NB Construction Services B.V. met NBCS. Verweersters zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als [B] c.s. Belanghebbende zal hierna worden aangeduid met [B] .
1.2 [A] c.s. hebben bij op 20 mei 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, zakelijk weergegeven,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van NB Holding en NBCS over de periode vanaf 1 januari 2015;
bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
a) het besluit tot het staken van de ondernemingsactiviteiten van NB Holding en NBCS per 1 juni 2016 te schorsen;
b) NB Holding en NBCS te verbieden (verdere) uitvoering te geven aan de overdracht van activa en/of activiteiten en/of rechten en verplichtingen en/of personeelsleden per 1 juni 2016, althans die onmiddellijke voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer ter bescherming en behoud van de ondernemingen van NB Holding en NBCS en hun activa en activiteiten noodzakelijk acht;
c) een derde persoon of personen te benoemen tot bestuurder(s) van NB Holding;
d) [B] te schorsen als bestuurder van NB Holding dan wel haar vertegenwoordigingsbevoegdheid te beperken;
e) dan wel de voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer geraden acht;
3) NB Holding en NBCS te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 Op verzoek van [A] c.s. van 25 mei 2016 is de behandeling van het verzoek met instemming van [B] c.s. aangehouden. Op 7 juli 2016 hebben [A] c.s. de Ondernemingskamer verzocht het verzoek alsnog in behandeling te nemen. Bij brief van 12 juli 2016 zijn partijen opgeroepen te verschijnen ter terechtzitting van 28 juli 2016 en is meegedeeld dat op die terechtzitting uitsluitend het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen zal worden behandeld. Voor zover het verzoek van [A] c.s. strekt tot het gelasten van een enquête zal het op een nader te bepalen terechtzitting worden behandeld.
1.4 [B] c.s. hebben bij op 21 juli 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift
geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van [A] c.s. tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen;
voor het geval de Ondernemingskamer schorsing van [B] als bestuurder van NB Holding gelast, verzocht bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding [A] te schorsen als bestuurder van NB Holding, NB Holdings (UK) Limited (hierna NB Holding UK te noemen) en NB Construction Services (UK) Limited (hierna NBCS UK te noemen);
met veroordeling van [A] in de kosten van het geding.
1.5 Het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 28 juli 2016. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere productie(s) te weten: producties 16 tot en met 28 van [A] c.s. en productie 1 van [B] c.s. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1NB Holding is op 24 maart 2000 opgericht. [C] (hierna [C] te noemen), via zijn tussenholding [A] , en [D] (hierna [D] te noemen), via zijn tussenholding [B] , houden ieder 50% van de aandelen in het geplaatst kapitaal van NB Holding. [A] en [B] vormen samen het bestuur van NB Holding en zijn als bestuurders zelfstandig bevoegd NB Holding te vertegenwoordigen.
2.2NB Holding houdt alle aandelen in het geplaatst kapitaal van NBCS. NBCS is op 24 maart 2000 opgericht. NB Holding is tevens enig bestuurder van NBCS.
2.3Artikel 20.1 van de statuten van NB Holding luidt als volgt:
“Een besluit (…) tot ontbinding van de vennootschap kan slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde gedeelte van het aantal uitgebrachte stemmen in een algemene vergadering van aandeelhouders waarin tenminste drie/vierde gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is, of indien dit laatste niet het geval is, in een tweede vergadering, bijeen te roepen en te houden binnen vier weken na de eerste, ongeacht het ter vergadering vertegenwoordigde kapitaal.”
2.4NBCS drijft een onderneming die zich richt op de olie- en gasindustrie en petrochemische industrie, zowel onshore als offshore. De onderneming houdt zich bezig met de vervaardiging en implementatie van metalen constructiewerken en delen daarvan. Zij heeft zich gespecialiseerd in warmtebehandeling (gloeitechniek) en
bolting(boutverbindingen). NBCS werkt op projectbasis voor opdrachtgevers in Nederland en Engeland. In 2015 was Allseas verreweg haar grootste opdrachtgever.
2.5Het uitvoerend personeel van NBCS voor projectopdrachten in Engeland wordt ter beschikking gesteld door NBCS UK. Alle aandelen in NBCS UK worden gehouden door NB Holding UK. De aandelen in het geplaatst kapitaal van NB Holding UK worden – naar de Ondernemingskamer begrijpt – gehouden door NB Holding. NB Holding, NBCS, NB Holding UK en NBCS UK zullen hierna gezamenlijk aangeduid worden als de NB Construction groep.
2.6Tussen [C] en [D] bestaat een interne taakverdeling. Deze komt er, kort gezegd, op neer dat [C] zich voornamelijk bezig houdt met de Engelse tak van de NB Construction groep, en [D] zich richt op de Nederlandse tak. De
management feesvoor de werkzaamheden van [C] en [D] ten behoeve van zowel de Nederlandse als de Engelse tak van de NB Construction groep worden maandelijks achteraf betaald door NBCS.
2.7De NB Construction groep heeft eind 2012 de onderneming van NB Towers Services B.V. (hierna NB Towers te noemen) overgenomen. De onderneming van NB Towers richtte zich op het reviseren van productietorens in onder meer de petrochemische industrie. Ten behoeve van de exploitatie en uitbouw van de overgenomen activiteiten werd een samenwerking met een derde partner aangegaan. De overname van NB Towers is op een mislukking uitgelopen. Deze samenwerking tussen [D] en [C] met de derde partner is in 2015 geëindigd.
2.8NBCS heeft op 10 oktober 2013 een kredietfaciliteit afgesloten bij ABN Amro Bank N.V. (hierna ABN Amro te noemen). [C] en [D] zijn in dat kader beiden ten gunste van ABN Amro een persoonlijke borgstelling aangegaan tot een bedrag van € 150.000. NBCS heeft in het kader van deze kredietfaciliteit een pandrecht verleend ten gunste van ABN Amro op haar activa.
2.9In 2015 hebben [C] en [D] verschillende gesprekken gevoerd over een ontvlechting van hun onderlinge verhoudingen. Op 29 april 2015 heeft [B] een voorstel gedaan tot overname van het aandelenbelang van [A] in NB Holding voor € 166.250. Op 27 oktober 2015 hebben [C] en [D] onder begeleiding van hun financiële adviseurs de mogelijkheid besproken dat [C] de aandelen in de Engelse vennootschappen in handen zou krijgen en [D] de aandelen van [A] in NB Holding zou overnemen. Nadere uitwerking van het ontvlechtingsplan, waaronder de bepaling van de waarde van de over te dragen aandelen, heeft niet plaatsgevonden en tot een ontvlechting is het niet gekomen.
2.1Vanaf 8 juli 2015 verricht [C] zijn werkzaamheden voor de NB Construction groep niet langer vanuit het kantoorpand in Nederland.
2.11Op 3 september 2015 heeft [D] , in aanwezigheid van de externe boekhouder/administrateur van NB Holding en NBCS R.H.J. Ten Westenend (hierna Ten Westenend te noemen), namens NBCS een gesprek met ABN Amro gevoerd. Daarbij is het tussen de aandeelhouders gerezen geschil ter sprake gekomen.
2.12Sinds 25 september 2015 is [D] enig aandeelhouder en enig bestuurder van de op 1 juli 2014 opgerichte vennootschap DRRSC Holding B.V. Tot 16 november 2015 handelde deze vennootschap onder de naam RSC Adviesbureau. Ten Westenend was tot 25 september 2015 enig aandeelhouder en enig bestuurder van DRRSC Holding B.V.
2.13Op 10 februari 2016 heeft [D] de Engelse vennootschap N.B. Services Southport Ltd. opgericht. [D] houdt alle aandelen in het geplaatst kapitaal van die rechtspersoon en is tevens enig bestuurder.
2.14Bij brief van 1 april 2016 heeft
key-employee[E] (hierna [E] te noemen) zijn arbeidsovereenkomst met NBCS met ingang van 1 mei 2016 opgezegd. [E] was voor diverse opdrachtgevers, waaronder de belangrijke opdrachtgever Allseas, het aanspreekpunt namens NBCS. De meest recente schriftelijke arbeidsovereenkomst van [E] met ingangsdatum 1 januari 2009 bevat de volgende bepaling:
“Article 8
Employee is not allowed to undertake similar heat treatment activities in employment, independently or to participate in a similar Company as NB Construction Services B.V. during a period of 1 year after ending the contract. In case of violating this article, a fine of € 50.000,- may be demanded, or € 1.000,- per day. (…)”
Namens NBCS heeft [D] [E] op diens verzoek ontheven van eventuele uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen.
2.15[C] heeft zich in begin 2016 beklaagd over een gebrek aan informatie. In het kader van de laatste jaarvergadering in maart 2016 heeft [A] vragen gesteld over de concept jaarrekening van NBCS over 2015, met name over de stijging in de kostprijs van de omzet en de omvang van de activa van NBCS. [C] heeft een financieel adviseur in de persoon van P. van Vuren in de arm genomen. Ten Westenend is als financieel adviseur van [D] gaan optreden. Bij e-mails van 29 februari 2016 en 15 maart 2016 hebben deze financiële adviseurs over en weer vragen beantwoord.
2.16Bij dagvaarding van 14 april 2016 heeft [A] een kort geding aanhangig gemaakt bij de rechtbank Rotterdam (zaaknummer C/10/498769/KG ZA 16-373). Bij vonnis van 29 april 2016 heeft de rechtbank – zakelijk weergegeven – i) NBCS veroordeeld tot het betalen aan [A] van de achterstallige
management feeover de maanden januari, februari en maart 2016 alsmede de toekomstige
management feestot aan het moment van ontvlechting, ii) [B] respectievelijk [D] geboden [A] volledige en onbeperkte toegang te verlenen tot de (financiële) administratie van NB Holding en NBCS en iii) [B] respectievelijk [D] geboden [A] in staat te stellen namens NB Holding en NBCS rechtsgeldig betalingen te verrichten, een en ander onder last van het verbeurd zijn van een dwangsom.
2.17Op 2 mei 2016 heeft op verzoek van ABN Amro een bespreking plaatsgevonden met het bestuur van NBCS. Het tussen [C] en [D] gerezen geschil en de debetstand van de bankrekening van NBCS vormden daartoe de aanleiding. Sinds dit gesprek staat NBCS onder toezicht van de afdeling Bijzonder Beheer van ABN Amro. Tijdens het vervolggesprek van 13 mei 2016 heeft [D] aan ABN Amro medegedeeld dat NBCS haar activiteiten na 31 mei 2016 zal staken.
2.18[C] heeft in ieder geval sinds 13 mei 2016 toegang tot de bankgegevens van NBCS.
2.19Bij brief van 17 mei 2016 heeft [A] c.s. onder meer opheldering gevraagd over betalingen namens NBCS aan onder meer N.B. Services Southport Ltd. en RCS Adviesbureau. De advocaat van [D] heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2.2Bij brief van 23 mei 2016 heeft ABN Amro de kredietfaciliteit met onmiddellijke ingang beëindigd en bepaald dat het onder deze faciliteit geleende bedrag – op dat moment € 406.512,80 – per 1 augustus 2016 moet zijn afgelost. Tot het moment van volledige aflossing kan NBCS uitsluitend betalingen verrichten indien [C] en [D] daarmee beiden schriftelijk instemmen.
2.21Op 7 juni 2016 heeft [E] de besloten vennootschap LD Technical Services B.V. (hierna LDT te noemen) opgericht. [E] is enig bestuurder en enig aandeelhouder van die vennootschap. Bij LTD zijn – naast [E] – vijf voormalig werknemers van NBCS werkzaam. LDT heeft de uitvoering van drie projecten voor Allseas overgenomen van NBCS.
2.22Op 30 juni 2016 heeft [C] tezamen met zijn eigen financieel adviseur, en in het bijzijn van Ten Westenend, ten kantore van NB Holding en NBCS inzage gehad in de volledige administratie van deze vennootschappen en daarvan kopieën gemaakt.
2.23Per e-mail van 28 juni 2016 heeft [D] namens NBCS de huurovereenkomst van het kantoor van NBCS per eind augustus 2016 opgezegd. De resterende activa van NBCS zijn of worden in overleg met pandhouder ABN Amro verkocht.
2.24NBCS heeft thans geen lopende opdrachten meer en bij haar zijn geen werknemers meer in dienst.
2.25NBCS heeft aanzienlijke vorderingen op (voormalige) opdrachtgevers. Indien NBCS erin slaagt de post openstaande debiteuren te incasseren, verwachten de financieel adviseurs van NBCS en [A] dat het liquidatiesaldo van NBCS zonder opkomende bijzondere kosten of vorderingen circa € 89.000 tot € 162.000 kan bedragen.
2.26Op 2 augustus 2016 heeft een door [A] aanhangig gemaakt kort geding plaatsgevonden waarbij het al dan niet verbeurd zijn van dwangsommen door [D] respectievelijk [B] uit hoofde van het kort geding vonnis van 29 april 2016 kern van het geschil vormt.