ECLI:NL:GHAMS:2016:423
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- C.J. Hummel
- E. Polak
- D.B. Bijl
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de toepassing van het kasstelsel voor omzetbelasting door een coöperatieve vereniging van prostituees
Op 9 februari 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een coöperatieve vereniging van prostituees die verzocht om aanwijzing als ondernemer voor de toepassing van het kasstelsel op basis van artikel 26 van de Wet op de omzetbelasting 1968. De inspecteur van de Belastingdienst had het verzoek afgewezen, waarna de rechtbank het beroep van de vereniging gegrond verklaarde. De inspecteur ging in hoger beroep, en het Gerechtshof Den Haag bevestigde de beschikking van de inspecteur, maar vernietigde de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam.
In de procedure na verwijzing heeft het Hof vastgesteld dat de vereniging niet voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het kasstelsel, omdat de diensten van de leden niet aan de vereniging kunnen worden toegerekend. Het Hof oordeelde dat de leden hun diensten rechtstreeks aan klanten verlenen en dat de vereniging geen bemoeienis heeft met deze transacties. De inspecteur stelde dat de vereniging niet in aanmerking komt voor aanwijzing als ondernemer, omdat zij aan ondernemers haar diensten verleent. Het Hof volgde dit standpunt en oordeelde dat de vereniging geen recht heeft op de toepassing van het kasstelsel. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van de vereniging ongegrond verklaard.