Op 15 november 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een inbraak in een apotheek in Amstelveen op 2 juni 2014, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte een kluis heeft weggenomen. De verdachte werd beschuldigd van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf werd verkregen door middel van braak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 november 2016 heeft de verdachte verklaard dat hij in Amstelveen was voor een illegaal pokertoernooi, maar het hof oordeelde dat deze verklaring niet aannemelijk was. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak, onder andere door getuigenverklaringen en de verklaring van de medeverdachte. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken, waarbij rekening is gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van inbraken en de impact daarvan op de samenleving.