Uitspraak
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
interest rate swapbedroeg immers 4,45%, terwijl de 3-maands Euribor op 1 april 2008 al 4,731% bedroeg). ING had de geldlening derhalve voor 7 jaar tegen een vaste rente, met voor de gehele looptijd vaste opslag, kunnen aanbieden zonder gebruik te maken van de SWAP”. Verder wijst het hof op § 88, §105 en §153 van de inleidende dagvaarding alsmede op productie 7, een brief van [appellant] aan ING van 27 juni 2012 en de bijlage bij die brief en productie 21 bij de inleidende dagvaarding alsmede op § 59 van de Memorie van grieven.
fundingkosten van ING (zie memorie van antwoord onder 44 en 45). De debiteurenopslag is gestegen van 0,73% in april 2008 (zie productie 9 bij conclusie van antwoord) naar 1,65% in mei 2012 (zie memorie van antwoord onder 297). ING geeft geen enkel inzicht in de reden(en) van die (sterke) stijging. (De liquiditeitsopslag is in dezelfde periode ook (sterk) gestegen van 0,10% naar 1,39%.) Uit de brief van ING van 25 juli 2012 (productie 17 bij conclusie van antwoord) volgt dat de door [appellant] ten gunste van ING gestelde zekerheden ook gelden voor de verplichtingen onder de allowancefaciliteit. Toen vanwege de negatieve waarde van de rentswap de allowancefaciliteit moest worden aangesproken en zelfs moest worden verhoogd, zal de verhouding tussen de uitstaande kredieten (inclusief het uitstaande bedrag onder de allowancefaciliteit) en de waarde van de zekerheden zijn verslechterd en het kredietrisico op [appellant] zijn toegenomen. Indien [appellant] op enig moment jegens ING niet aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen, zou ING immers ook het uitstaande bedrag onder de allowancefaciliteit op de zekerheden willen verhalen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat die verslechtering geen enkele invloed heeft gehad op de hoogte van de debiteurentoeslag.