ECLI:NL:GHAMS:2016:484

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2016
Publicatiedatum
15 februari 2016
Zaaknummer
23-000983-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling en vernieling met taakstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling en vernieling, gepleegd op 23 november 2013 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte meerdere mishandelingen van slachtoffers, waaronder het slaan en trekken aan de haren van een ex-vriendin, en het beschadigen van een auto en een deur. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening bevatte en niet voldeed aan de eisen van een vonnis. De verdachte werd vrijgesproken van een van de ten laste gelegde feiten wegens onvoldoende bewijs. Het hof achtte bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de mishandeling van zijn ex-vriendin en haar vader, evenals aan de vernieling van een auto en een deur. De verdachte kreeg een voorwaardelijke taakstraf van 50 uur opgelegd, met een proeftijd van 1 jaar. Het hof hield rekening met de omstandigheden van de zaak, waaronder de achtergrond van de verdachte en het tijdsverloop sinds de feiten. De verdachte had stappen ondernomen om contact met zijn zoon te herstellen en had de schade aan de auto vergoed. De op te leggen straf was gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

parketnummer: 23-000983-15
datum uitspraak: 12 februari 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 augustus 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-706517-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1970,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 januari 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 1] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit:
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen tegen het gezicht en/of het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, trekken aan de haren van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, duwen en/of trekken tegen/aan het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1],
- het meermalen, althans eenmaal, over de grond trekken en/of sleuren van voornoemde [slachtoffer 1],
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2:
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 2] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit:
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen tegen het gezicht en/of het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, duwen en/of trekken tegen/aan het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1],
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3:
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 3] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het meermalen, althans eenmaal, duwen en/of trekken tegen/aan het lichaam van voornoemde [slachtoffer 3], waardoor voornoemde [slachtoffer 3] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4:
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (Merk, Type, Kenteken: Suzuki, Swift, [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door één of meerdere ruit(en) van voornoemde auto (met een steen) in te slaan en/of in te gooien;
5:
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een deur en/of een slot en/of een muur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door voornoemde deur (met kracht) dicht te gooien en/of te trekken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 3 is ten laste gelegd, nu zich daarvoor onvoldoende bewijs in het dossier bevindt, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 23 november 2013 te Amsterdam, opzettelijk [slachtoffer 1] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit:
- het slaan tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
- het trekken aan de haren van voornoemde [slachtoffer 1]
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
2:
hij op 23 november 2013 te Amsterdam, opzettelijk [slachtoffer 2] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit:
- het duwen tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1],
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] pijn heeft ondervonden.
4:
hij op 23 november 2013 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (Suzuki, Swift, [kentekennummer]), toebehorende aan [slachtoffer 1], heeft beschadigd door ruiten van voornoemde auto met een steen in te gooien.
5:
hij op 23 november 2013 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een deur en een muur toebehorende aan [slachtoffer 2], heeft beschadigd en een slot toebehorende aan [slachtoffer 2] heeft vernield, door voornoemde deur met kracht dicht te gooien.
Hetgeen onder 1, 2, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 en 2 bewezen verklaarde levert op:
Mishandeling, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd,
en
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder feit 1 tot en met 5 bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uur subsidiair 50 dagen waarvan 40 uur subsidiair 20 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren waarbij als bijzondere voorwaarden zijn gesteld dat de verdachte zich moet melden bij de reclassering, zich moet houden aan aanwijzingen van de reclassering, zich laat ondersteunen bij het weer op orde krijgen van zijn leven en bij het verkrijgen van een goedlopende bezoekregeling tussen verdachte en zijn zoon.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 tot en met 5 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 80 uur met een proeftijd van 2 jaren, zonder oplegging van de bijzondere voorwaarden.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van zijn ex-vriendin en haar vader. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de vernieling van een auto en een slot en de beschadiging van een deur en een muur. De mishandelingen en de beschadiging van de deur en de muur en de vernieling van een slot gebeurde in de woning van de ouders van zijn ex-vriendin, in het bijzijn van zijn zoontje. Door zo te handelen heeft de verdachte niet alleen pijn, letsel en schade veroorzaakt bij de betrokkenen, maar heeft hij ook gevoelens van onrust veroorzaakt.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte uitvoerig de achtergrond van de problemen binnen zijn gezin(nen) uiteengezet. Ter terechtzitting heeft verdachte een over hem opgemaakt rapport van GGZ Noord-Holland-Noord van 28 januari 2016 overgelegd. Verdachte en zijn ex-partner wonen niet meer samen en de ouders van zijn ex-partner wonen inmiddels in Portugal. Het hof zal met deze omstandigheden rekening houden. Voorts houdt het hof rekening met het tijdsverloop sinds de bewezenverklaarde feiten. In het voordeel van de verdachte weegt het hof in de strafoplegging mee dat de verdachte reeds zelf stappen heeft ondernomen om contactherstel met zijn zoontje in gang te zetten en de verdachte heeft gesteld dat de schade aan de auto afgehandeld en vergoed is.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 15 januari 2016 is de verdachte eerder ter zake van strafbare feiten onherroepelijk veroordeeld, maar dit betreffen oude feiten en geen relevante recidive.
Het hof acht daarom, alles afwegende, een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Het hof zal de proeftijd beperken tot 1 jaar.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. N.A. Schimmel en mr. J.W. Moors, in tegenwoordigheid van
mr. L.J.M. Klop, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 februari 2016.
=========================================================================
[....]