ECLI:NL:GHAMS:2016:5748
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.J.M. Boukema
- M.L.D. Akkaya
- G.J. Visser
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op basis van verwijtbaarheid en onvoldoende onderbouwing van fysieke en psychosociale problemen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van appellant [X]. De rechtbank Noord-Holland had op 23 februari 2016 de schuldsaneringsregeling van [X] beëindigd, waarop [X] in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 12 april 2016 was [X] niet aanwezig, maar zijn advocaat, mr. [Y], en de bewindvoerder, [Z], waren wel aanwezig. [X] had in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij door zijn psychische en fysieke gesteldheid niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. Hij vroeg om verlenging van de schuldsaneringsregeling en om een kans om zijn situatie te verbeteren.
Het hof heeft vastgesteld dat [X] herhaaldelijk niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, ondanks dat hij meerdere kansen heeft gekregen om dit te doen. De bewindvoerder heeft aangegeven dat [X] nieuwe schulden heeft laten ontstaan en niet de benodigde informatie heeft verstrekt. Het hof oordeelde dat [X] onvoldoende heeft aangetoond dat zijn fysieke en psychische problemen hem belemmerden in het nakomen van zijn verplichtingen. De stellingen van [X] werden als onvoldoende onderbouwd beschouwd.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de tekortkomingen van [X] ernstig en verwijtbaar zijn, en dat de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling gerechtvaardigd is. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en stelde dat [X] niet in aanmerking komt voor verlenging van de regeling.