ECLI:NL:GHAMS:2016:91
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- S.F. Schütz
- W.H.F.M. Cortenraad
- M.L.D. Akkaya
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewijslevering en procesorde in civiele zaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde]. De zaak betreft een geschil over bewijslevering en de naleving van de goede procesorde. Het hof had eerder op 24 februari 2015 een tussenarrest uitgesproken waarin werd bepaald dat er een getuigenverhoor zou plaatsvinden. Dit getuigenverhoor was oorspronkelijk gepland op 23 juni 2015, maar de advocaat van [appellant] heeft verzuimd om de getuigen tijdig aan te zeggen, wat in strijd is met artikel 170 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Zowel [appellant] als zijn advocaat zijn niet verschenen op de zitting zonder bericht van verhindering, wat het hof noopte om een nieuwe datum vast te stellen voor het getuigenverhoor.
Bij de tweede zitting op 27 oktober 2015 bleek dat de advocaat van [geïntimeerde] geen getuigen had aangezegd, en de advocaat van [appellant] meende dat het voldoende was om de getuigen in de memorie van grieven te noemen. Het hof oordeelde dat deze werkwijze niet voldeed aan de wettelijke vereisten, waardoor het getuigenverhoor niet kon doorgaan. De raadsheer-commissaris besloot de zaak te verwijzen naar de rol voor arrest, waarbij het hof concludeerde dat [appellant] niet had voldaan aan de eisen van een goede procesorde. Uiteindelijk werd het bestreden vonnis bekrachtigd, en werd [appellant] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, inclusief de kosten die [geïntimeerde] had gemaakt voor de zitting van 23 juni 2015.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van het tijdig aanzeggen van getuigen en de gevolgen van het niet naleven van procesregels. Het hof heeft de beslissing op 19 januari 2016 openbaar uitgesproken.