ECLI:NL:GHAMS:2017:1297
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslag roerende woon- en bedrijfsruimtenbelasting voor een zeilschip
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een aanslag roerende woon- en bedrijfsruimtenbelasting (RZB) die is opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem aan de belanghebbende, eigenaar van een zeilschip. De aanslag, gedateerd op 28 februari 2015, was gebaseerd op een WOZ-waarde van € 193.000 op de waardepeildatum van 1 januari 2014. De rechtbank Noord-Holland verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof Amsterdam heeft de zaak op 4 april 2017 behandeld. De belanghebbende betwistte de hoogte van de WOZ-waarde en voerde aan dat de taxatie onzorgvuldig was uitgevoerd. De heffingsambtenaar verdedigde de waarde door te verwijzen naar vergelijkingsobjecten en stelde dat de waarde van het schip correct was vastgesteld. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs had geleverd voor de vastgestelde waarde en dat de vergelijkingsobjecten adequaat waren. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De belanghebbende had geen recht op proceskostenvergoeding.