beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.205.417/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 24 mei 2017
inzake
1. de stichting
Stichting administratiekantoorCLF,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. A.G. de Neveen
mr. M.J. Sturm, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CL INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. E.E.U. Vroomen
mr. M.J. Ubbens, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EGERIA PRIVATE EQUITY FUND III GP B.V.,
2. de coöperatieve vereniging
EPEF III CO-INVEST COÖPERATIEF U.A.,
beide gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. G.C. van Daalen
mr. I.A.J. Deijkers,beiden kantoorhoudende te Den Haag.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster 1. met STAK;
- verzoeker 2. met [A] ;
- verzoekers tezamen met [B c.s.] ;
- verweerster met CLI;
- belanghebbenden ieder afzonderlijk met Fund III en EPEF, en gezamenlijk met Egeria;
- CLI en haar dochtervennootschappen en kleindochtervennootschappen tezamen met de Groep;
- [C] met [C] ;
- [D] met [D] ;
- ACE Partners B.V. met ACE.
1.2 [B c.s.] heeft bij op 13 december 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van CLI over de periode vanaf 2015 en bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
de door Egeria gehouden aandelen in het kapitaal van CLI ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
een derde persoon te benoemen tot bestuurder van CLI;
twee personen te benoemen tot commissaris van CLI en te bepalen dat aan deze commissarissen de bevoegdheden toekomen als bedoeld in afdeling 6, titel 5, boek 2 BW;
an wel andere voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
alsmede om CLI te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 CLI heeft bij op 26 januari 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen en [B c.s.] te veroordelen in de kosten van het geding.
1.4 Egeria heeft bij op 26 januari 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, met hoofdelijke veroordeling van [B c.s.] in de kosten van het geding.
1.5 Bij op 15 februari 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen akte wijziging verzoek heeft [B c.s.] het verzoek gewijzigd en aanvullend verzocht bij wijze van onmiddellijke voorzieningen – zakelijk weergegeven –:
te bepalen, zo nodig in afwijking van de statuten, dat de door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder zelfstandig bevoegd is CLI te vertegenwoordigen en dat deze bestuurder besluiten kan nemen zonder toestemming van [C] en [D] ;
te bepalen, zo nodig in afwijking van de statuten, dat [C] en [D] geen besluiten en vertegenwoordigingshandelingen kunnen uitvoeren zonder de goedkeuring van de door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder en/of commissarissen;
de te benoemen bestuurder en de te benoemen commissarissen nader omschreven taken op te dragen.
1.6 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 16 februari 2017. Bij die gelegenheid hebben de onderscheiden partijen hun standpunten doen toelichten, [B c.s.] door mr. De Neve en mr. Y.A. Wehrmeijer, advocaat te Amsterdam, en CLI en Egeria door hun onderscheidenlijke advocaten, allen aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de andere partijen overgelegde – aantekeningen en wat mrs. De Neve en Wehrmeijer betreft onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de andere partijen gezonden nadere producties 47 tot en met 55. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 De feiten
2.1CLI drijft – met haar (klein)dochtervennootschappen – een onderneming met ruim 1.400 werknemers, die zich bezighoudt met het reinigen en verhuren van textiel in Nederland en België. De onderneming komt voort uit een wasserij die in 1910 door de [famlie E] is opgericht. [A] heeft tot april 2009 bestuursfuncties bekleed bij (vennootschappen die zeggenschap uitoefenden over) de onderneming.
2.2In november 2010 heeft Egeria een meerderheidsbelang in CLI verworven en nadien werden de aandelen in haar kapitaal gehouden door Egeria (82,5%), [A] (5%) en STAK (12,5%).
2.3In de periode vanaf 1 november 2010 hebben zich in het bestuur van CLI verscheidene wijzigingen voorgedaan, die voor zover nodig hierna zullen worden vermeld. CLI heeft een raad van commissarissen. Vanaf 16 december 2015 waren er geen commissarissen in functie.
2.4In het kader van de hiervoor bedoelde toetreding van Egeria heeft CLI een vrijwaring verkregen van een aan [A] gelieerde vennootschap voor een hierna in 2.6 te vermelden boete van de ACM.
2.5Op 8 november 2010 heeft CLI een kredietfaciliteit van € 85 miljoen (hierna aan te duiden met de kredietfaciliteit) afgesloten met een syndicaat van drie banken (hierna ook het bankensyndicaat te noemen).
2.6Op 8 december 2011 heeft de NMa (thans ACM) aan CLI een boete van € 13.426.000 opgelegd wegens schending van het kartelverbod in de periode van 1 januari 1998 tot 1 december 2009.
2.7Egeria, [A] , STAK en CLI hebben in een (gewijzigde) aandeelhoudersovereenkomst, gedateerd 12 juli 2013, afspraken vastgelegd, onder meer over de financiering van de Groep. De aandeelhoudersovereenkomst houdt als artikel 2.3 in:
“
Het uitgangspunt van de financiering van de Groep is dat deze in aanvulling op het beschikbaar gestelde eigen en vreemd vermogen, volledig wordt gefinancierd uit eigen middelen volgend uit de kasstroom van de Groep, dan wel uit leningen van derden. Indien verdere financiering noodzakelijk blijkt, onderzoeken [p]artijen eerst de mogelijkheid tot het doen van een storting op bestaande [a]andelen. Indien uitgifte van [a]andelen noodzakelijk is, zal dat volgens het ‘pay or dilute’ systeem plaatsvinden. (…) Alvorens tot uitgifte over te gaan stellen [p]artijen STAK in staat om de uitgifte van [a]andelen mee te financieren. (…)”.
Artikel 4.1 luidt, voor zover van belang:
“
(…) de [a]andeelhouders [zijn] slechts gerechtigd de door hen gehouden aandelen (…) aan een derde over te dragen dan wel een besluit tot uitgifte van [a]andelen te nemen, indien de desbetreffende verkrijger c.q. nemer van [a]andelen zich (…) schriftelijk verbindt alle verbintenissen uit deze [o]vereenkomst van degene die [a]andelen overdraagt dan wel ingeval van uitgifte van [a]andelen in [CLI], als eigen verbintenissen op zich te nemen. (...)”.
2.8Op 1 september 2014 bestond het bestuur uit [F] (hierna: [F] ) en [G] (hierna: [G] ).
2.9Op 18 december 2014 is [A] afgetreden als commissaris van CLI. De raad van commissarissen bestond toen nog uit [H] (hierna: [H] ) en [I] (hierna: [I] ).
2.1[F] is afgetreden als bestuurder op 22 april 2015.
2.11[J] is van 3 mei 2015 tot 28 oktober 2015 bestuurder geweest.
2.12In de algemene vergadering van aandeelhouders van 20 augustus 2015 was [A] – blijkens de notulen zonder kennisgeving – niet aanwezig. De financiële ontwikkelingen zijn toegelicht. De notulen houden onder meer in: “
De winstgevendheid van de vennootschap staat onder druk en holt achteruit”. Voorts is de financiering besproken. De kredietfaciliteit zou in november 2016 aflopen. Een voorstel tot het verstrekken door Egeria van een achtergestelde lening ten belope van € 2,4 miljoen aan CLI is, conform het statutair vereiste, in stemming gebracht. Het is aangenomen. STAK heeft tegen gestemd.
2.13Op 7 oktober 2015 zijn [H] en [G] afgetreden als commissaris en zijn [K] (hierna: [K] ) en [L] (hierna: [L] ) als zodanig aangetreden.
2.14[C] is op 15 oktober 2015 in functie getreden als bestuurder.
2.15[G] is afgetreden als bestuurder op 1 december 2015.
2.16Begin december 2015 heeft CLI – in het kader van een beoogde herfinanciering en herstructurering – aan het bankensyndicaat een transitieplan gepresenteerd.
2.17Op 11 december 2015 heeft [C] [A] uitgenodigd om over het transitieplan van gedachten te wisselen.
2.18[K] en [L] zijn afgetreden als commissaris op 16 december 2015.
2.19Op 8 februari 2016 heeft CLI het transitieplan aan [A] gestuurd.
2.2Op 25 maart 2016 heeft [C] des verzocht de managementrapportage over 2014 en 2015 aan [A] gestuurd.
2.21Op de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders van 30 maart 2016 stond het onderwerp herfinanciering. De notulen houden onder meer in: “
Er wordt momenteel samen met de adviseurs onverkort gewerkt aan een bijgesteld businessplan en dit plan zal – zodra beschikbaar – ook aan de AvA voorgelegd worden” en “
(…) naast het opstellen van het verbeterde businessplan (wordt) tevens een structurele oplossing (…) verkend met als doel een herfinanciering/financiële injectie. Dit traject zal begeleid worden door een M&A adviseur”.
2.22[C] heeft op 18 april 2016 de maandrapportage over maart 2016 en een rapport van de financiële adviseur van het bankensyndicaat aan de aandeelhouders gestuurd.
2.23Tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders op 4 mei 2016 is een
updatevan het herfinancieringsproces gegeven. Tevens stond het transitieplan op de agenda. Egeria en STAK waren in deze vergadering vertegenwoordigd. [A] was aanwezig noch vertegenwoordigd.
2.24De maandrapportage van CLI over april 2016 is op 18 mei 2016 aan alle aandeelhouders verzonden.
2.25Op 1 juni 2016 heeft CLI op verzoek van het bankensyndicaat de
corporate financeadviseur [N] aangesteld. [N] heeft ter uitvoering van haar opdracht door middel van een “financieringsuitvraag” € 7 miljoen aan vreemd vermogen gezocht. Zij heeft daartoe in juni en juli 2016 met een beperkt aantal geïnteresseerde partijen gesproken.
2.26Op 28 juni 2016 is, in het kader van aan de aandeelhouders gestuurde maandrapportage over mei 2016 van CLI, aan de aandeelhouders gemeld: “
Gesprekken met Refin kandidaten lopen”.
2.27Begin juli 2016 heeft CLI met het oog op het verkrijgen van externe financiering een
vendor due diligencetraject opgezet. Stibbe en Deloitte zijn daartoe ingeschakeld.
2.28In de maandrapportage over juni 2016, die CLI op 20 juli 2016 aan de aandeelhouders heeft doen toekomen, staat vermeld: “
1e fase gesprekken met Refin kandidaten en potentiële co-investors afgerond. VDD (Finance-Tax-Legal) opgestart”.
2.29In augustus 2016 heeft CLI van twee partijen investeringsvoorstellen ontvangen. Op 15 augustus 2016 ontving zij van ACE een gecommitteerde bieding om voor € 2,5 miljoen een belang van circa 20% in CLI te nemen. Op 16 augustus 2016 heeft Delta Lloyd voorgesteld een mezzanine faciliteit ter hoogte van € 5 miljoen te verstrekken.
2.3In de op 24 augustus 2016 aan de aandeelhouders gestuurde maandrapportage over juli 2016 staat vermeld “
Eerste harde commitments zijn binnen”.
2.31Bij brief van 29 augustus 2016 zijn de aandeelhouders opgeroepen voor een algemene vergadering van aandeelhouders op 15 september 2016. Ter voorbereiding op de vergadering heeft CLI op 31 augustus 2016 de gecommitteerde voorstellen van ACE en Delta Lloyd aan de aandeelhouders gezonden.
2.32[A] heeft op 5 september 2016 aan CLI geschreven dat hij een voorstel in voorbereiding heeft “
wat zal zien op een substantiële investering middels enkel eigen vermogen, te verstrekken door een newco van AP Holding Zaanstroom B.V. en Nord Holding Direct Investments GmbH”. Voorts heeft hij verzocht om de informatie die aan andere potentiële investeerders is verstrekt.
2.33[C] heeft op 6 september 2016 aan [A] , in antwoord op diens verzoek van 5 september 2016, een door Stibbe opgemaakt
vendor due diligencerapport gezonden. In de begeleidende e-mail heeft [C] onder meer geschreven:
“
Je geeft (…) aan voornemens te zijn met een concreet en substantieel voorstel voor versterking van het eigen vermogen van de vennootschap te komen. (…) Wel vraag ik aandacht voor de in de thans voorliggende voorstellen genoemde deadlines en voor het feit dat [CLI] per ultimo september de alsdan voorliggende voorstellen met elkaar (moet) vergelijken. Om recht te doen aan jouw eventuele voorstel dient er voldoende tijd te zijn dat te kunnen beoordelen en bespreken, in eerste instantie op het niveau van de aandeelhouders”.
2.34Op 9 september 2016 heeft [C] [A] het
vendor due diligencerapport van Deloitte gestuurd.
2.35STAK heeft op 11 september 2016 per e-mail aan CLI gevraagd om de
vendor due diligencerapporten van Stibbe en Deloitte.
2.36Op 14 september 2016 heeft [A] aan CLI een voorstel doen toekomen voor financiering, waaronder het verstrekken van eigen vermogen, door AP Holding Zaanstroom B.V. en Nord Holdings Direct Investments GmbH via een nieuw op te richten vennootschap (hierna ook het plan Newco te noemen). De brief houdt onder meer in:
“
Afhankelijk van de af te spreken stappen binnen ons Plan is Newco bereid om max EUR 7 miljoen in de onderneming te investeren, bestaande uit EUR 4 tot 5 miljoen eigen vermogen en EUR 1,5 tot 2 miljoen aan verzachting van huurpenningen voor de panden die via AP Holding Zaanstroom B.V. aan [CLI] worden verhuurd. Voor deze investering krijgt Newco (door uitgifte van nieuwe aandelen, post money) 80% van de aandelen in het kapitaal (van) [CLI] en verwateren de huidige aandeelhouders in beginsel naar 20%”.
2.37Voorafgaand aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 15 september 2016 heeft [C] per e-mail de rapporten van Stibbe en Deloitte aan STAK gezonden.
2.38Op 29 september 2016 is de maandrapportage over augustus 2016 naar de aandeelhouders gestuurd. Hierin is vermeld “
Harde commitments op het fundingsvraagstuk zijn binnen, LOI’s worden opgesteld”.
2.39Begin oktober 2016 heeft [A] het plan Newco besproken met de banken.
2.4CLI heeft overeenstemming bereikt met (een aan) ACE (gelieerde vennootschap, hierna eveneens ACE te noemen) en Delta Lloyd over
equity and mezzanine funding.Die is vastgelegd in een
binding term sheet, die op 17 oktober 2016 is ondertekend door ACE en Delta Lloyd.
2.41Op 18 oktober 2016 heeft [A] aan CLI en Egeria laten weten dat CLI voorrang moet geven aan het plan Newco.
2.42In reactie heeft [C] op 19 oktober 2016 aan [A] bericht dat CLI hem in de gelegenheid stelt om, in aanvulling op het voorgestelde plan Newco van 14 september 2016, een nader voorstel te doen voor financiering door de zittende aandeelhouders, met verzoek dit voorstel in te dienen voor 25 oktober 2016.
2.43Op 26 oktober 2016 hebben CLI, Egeria en een vertegenwoordiger van [A] over het plan Newco gesproken.
2.44In het door Egeria opgestelde verslag van het gesprek van 26 oktober 2016 staat onder meer:
“
(…) bij (emissie van aandelen) geldt dat aandeelhouders het recht hebben mee te doen om verwatering te voorkomen (“pay or dilute”). Dit principe zal bij de (door ons) beoogde aandelenemissie aan (ACE) gevolgd worden. STAK en [A] krijgen dus de kans hun belang op peil te houden door mee te doen in de emissie tegen betaling van de vastgestelde (markt)prijs”.
2.45Op 27 oktober 2016 heeft [C] [A] uitgenodigd om verder te praten over diens voorstel en aangeboden informatie te verschaffen om [A] in staat te stellen zijn plan te finaliseren.
2.46Op 27 oktober 2016 heeft [C] de aandeelhouders opgeroepen voor een algemene vergadering van aandeelhouders van CLI op 28 november 2016. Geagendeerd zijn onder meer besluitvorming over het plan Newco en besluitvorming over de uitvoering van het plan van ACE en Delta Lloyd. Bij de oproep is de
binding term sheetvan 17 oktober 2016 aan de aandeelhouders ter beschikking gesteld.
2.47Op 30 oktober 2016 heeft [C] aan [A] meegedeeld dat de
binding term sheetvan 17 oktober 2016 is aangegaan onder voorwaarde van goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders van CLI, en met het oog daarop is geagendeerd voor de vergadering van 28 november 2016.
2.48Op 7 november 2016 heeft het bankensyndicaat de kredietfaciliteit voorlopig met een maand verlengd. CLI heeft [A] daarvan op dezelfde dag op de hoogte gesteld en hem tevens de financieringsuitvraag van [N] doen toekomen.
2.49[C] heeft op 11 november 2016, met het oog op besluitvorming ter vergadering van 28 november 2016 over “
Senior facilities” met banken, aan de aandeelhouders een concept
refinancing term sheettoegestuurd.
2.5[A] heeft bij brief van zijn advocaat van 15 november 2016 zijn financieringsvoorstel nader geconcretiseerd. De brief houdt onder mee in:
“
(…) dat het voorstel gedaan wordt door [ [A] ] en derhalve niet door een Newco. (…) Nu [ [A] ] (…) EUR 7,5 miljoen (…) zal investeren wenst hij een daarmee corresponderend economisch belang in [CLI] te verkrijgen. Daarnaast stelt [ [A] ] als eis dat hij (…) meer dan 70% van de (…) stemrechten uit kan oefenen (…)”.
In de brief staat een overzicht van de aandelenbelangen na de door [A] voorgestelde uitgifte van aandelen. Hieruit blijkt dat het beoogde belang van [A] bestaat uit 76,51% gewone en 63,72% cumulatief preferente aandelen; de belangen van de andere aandeelhouders zullen verwateren.
2.51Op 16 november 2016 hebben [A] en STAK in kort geding gevorderd, kort gezegd, dat CLI de voorstellen van ACE en Delta Lloyd laat rusten en meewerkt aan de op 15 november 2016 nader toegelichte financiering door [A] . De kortgedingrechter heeft de vordering op 25 november 2016 afgewezen.
2.52Een bericht van ACE aan CLI en haar aandeelhouders, gedateerd 27 november 2016, houdt in: “
Namens [ACE] bevestigen wij hierbij dat ACE zich bij een eventuele uitgifte van aandelen in [CLI] aan ACE zal committeren aan de Aandeelhoudersovereenkomst overeenkomstig artikel 4.1. van de Aandeelhoudersovereenkomst.”
2.53Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders op 28 november 2016 is zowel het financieringsvoorstel van [A] als het plan van ACE en Delta Lloyd besproken en in stemming gebracht. Ter vergadering is besloten tot uitgifte van gewone aandelen in combinatie met preferente aandelen aan ACE (met als gevolg dat ACE een belang van 20,6 % zal verwerven in CLI, in ruil voor een investering van € 2,5 miljoen), goedkeuring voor het aangaan van de mezzanine faciliteit met Delta Lloyd en goedkeuring voor het aangaan van de
Senior facilitiesmet het bankensyndicaat.
2.54In de algemene vergadering van aandeelhouders van 10 februari 2017 is [D] benoemd tot bestuurder.