Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Op basis van de inhoud van het dossier kan worden vastgesteld dat de verbalisanten een melding kregen van een straatroof gepleegd door twee personen van wie de signalementen waren opgegeven. Ter plaatse zagen zij twee mannen, waaronder verdachte, die aan deze signalementen voldeden. Terwijl de verbalisanten de medeverdachte aanhielden, scheen de verdachte met een felle lamp in de ogen van de verbalisanten, op een afstand van ongeveer 50 centimeter. Beide verbalisanten verklaren dat zij tegen de verdachte hebben gezegd het licht niet op hun gezicht te richten, aangezien dit hun zicht beperkte. Verbalisant [verbalisant] heeft de verdachte ook medegedeeld dat hij hem wel mocht filmen, maar hem niet mocht hinderen in zijn werk.