ECLI:NL:GHAMS:2017:2688

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 februari 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
23-000682-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis met aanpassing van een bewijsmiddel in verband met overtreding van een gebiedsverbod

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2016. De verdachte, geboren in Suriname in 1982, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat hem een taakstraf oplegde voor het overtreden van een gebiedsverbod op grond van de Voetbalwet. Tijdens de zitting op 20 januari 2017 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, heeft gevorderd. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar heeft bewijsmiddel 3 aangepast. Dit bewijsmiddel betreft een proces-verbaal van verhoor van de verdachte, waarin hij verklaart op de hoogte te zijn van het gebiedsverbod en de duur ervan. Het hof heeft de beslissing genomen om het vonnis te bevestigen, met inachtneming van de aanpassing van het bewijsmiddel. De uitspraak vond plaats op 3 februari 2017, waarbij de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam aanwezig was.

Uitspraak

Parketnummer: 23-000682-16
Datum uitspraak: 3 februari 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2016 in de strafzaak onder parketnummer
13-109021-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 januari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit daarom bevestigen met dien verstande dat het hof bewijsmiddel 3 aanpast zodat dit komt te luiden:
Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2014117954-7 van 13 mei 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam] van de politie, Eenheid Amsterdam, doorgenummerde pag. 8.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik wist dat ik een gebiedsverbod op grond van de Voetbalwet had toen ik werd aangehouden. Ik weet dat het verbod drie maanden duurt. Ik wist ook de grenzen van het gebied.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. R.D. van Heffen en mr. P.H.M. Kuster, in tegenwoordigheid van
J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
3 februari 2017.
Mrs R.D. van Heffen en P.H.M. Kuster zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[..........]
.